Ga naar de inhoud

Preek Johannes 19:31-37

Preek voor Goede Vrijdag.

Liturgie
Gezang 18
Psalm 88:6,7,8 (na Schriftlezing)
Gezang 17:3,4,5 (na preek)
Psalm 116:4,5 (na geloofsbelijdenis)
Gezang 14:3,4

Schriftlezing Ex. 12:43-47; Zach. 12:9-13:1
Tekst Joh. 19:31-37

Preek Johannes 19:31-37

Geliefde gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Heeft u zich voorbereidt voor Goede Vrijdag, heb jij je voorbereid voor deze bijzondere dag? En deze eredienst.

Voor Pasen, komende zondag, bereiden we ons vaak wel voor, dat is een dubbele feestdag, de zondag en ook heel in het bijzonder de dag waarop de Heere Jezus is opgestaan!

Als het even kan dan koop je wat lekkers om te eten, of dan zorg je in ieder geval dat je zondagse kleren klaar liggen, het is een feestdag!

Maar heeft u zich ook voorbereid voor déze dag? Goede Vrijdag. En voor deze eredienst van vanavond.

In ons tekstvers waren de Joden zich aan het voorbereiden. Ook zij hadden een dubbele feestdag voor de boeg.

Het was sabbat, en dat is ook de week van het feest van de ongezuurde broden. Dat was een hele bijzondere dag. De dag van de sabbat was groot(s), staat er ook in ons tekstvers.

Een hele bijzondere dag, dubbele feestdag. Dus ze waren druk aan het voorbereiden, ze hadden zich gereinigd, ze waren heilig, klaar om dat feest te vieren, alles was voorbereid.

Maar terwijl zij zich aan het heiligen waren om dat feest te vieren, waren ze bezig met het meest onheilige wat je ook maar bedenken kunt.

De eigen Zoon van God uit de weg ruimen, laten kruisigen.

En als Hij daar aan het kruis hangt, er voor zorgen dat Hij sterft en kan begraven worden.

‘Weg met Hem. Zo Iemand moeten we niet meer boven de grond hebben.

Weg ermee.

Het feest komt er aan, we zijn ons aan het voorbereiden’.

Ziet u, ze waren zich aan het voorbereiden met uiterste inspanning, maar het meest belangrijke zagen zij niet. Het Lam van God dat daar aan het kruishout hing, ze zagen Hem niet.

Kijk, en als wij vanavond naar het Evangelie van Goede Vrijdag luisteren, is het zo belangrijk dat wij ons voorbereiden.

Dat wij luisteren met dat verlangen om de Here Jezus Christus als Lam van God te ontmoeten.

Dat is ook de reden, het doel dat Johannes, waarom Johannes dit hier ons doorgeeft. Hij zegt dat zelf in vers 35: opdat u gelooft!

Daarom schrijft hij dit.

Opdat u gelooft, in Hem, in Jezus, als het Lam van God die voor ons is gestorven.

Johannes weet dat je de Here Jezus kan zien zonder geloof. Al die mensen daar bij Golgotha die zagen de Here Jezus zonder geloof.

Dat kan vandaag net zo goed. Je kan druk zijn met Goede Vrijdag in toneelspel of in muziekstukken.

En ook vanavond, ‘we gaan naar de dienst, want ja, dat hoort erbij, het is Goede Vrijdag’.

Maar Johannes die zet onze er bij stil. Je moet Hem wel geloven. Zonder geloof heeft Zijn offer u geen voordeel. Zonder geloof is er geen redding.

Laten wij zo luisteren broeders en zusters, ook vanavond, naar de verkondiging van Gods Woord.

Jezus ontmoeten als het Lam van God, dat is ook het thema van de preek.

Zie, het Lam van God die voor ons aan het kruis is gestorven.

We letten in twee gedeeltes van de preek op de twee Schriftwoorden die in vervulling gaan.

  1. Geen been gebroken
  2. Zijn zij doorstoken

Wat gebeurt er precies in onze tekstverzen?

Dat schijnproces tegen de Here Jezus heeft plaatsgevonden in het Sanhedrin. Ze hebben Hem veroordeeld en overgeleverd in de handen van Pilatus.

Pilatus, dat weet u, die verklaarde Hem onschuldig, en tegelijk heeft hij Hem, -zijn handen in onschuld wassend-, heeft hij Hem veroordeeld.

En op meest verschrikkelijke wijze, moet de Here Jezus nu Zijn dood tegemoet gaan. Samen met twee andere veroordeelden worden zij aan het kruis gehangen.

En dan moet u weten, de kruisiging is niet het einde van Zijn leven, om het zomaar te zeggen. Nee, de kruisiging is pas het begin van het stervensproces. Begin van het stervensproces.

Want die kruisiging, die kon echt verschrikkelijk lang duren. Het is huiveringwekkend, maar waar, zo’n kruisiging kon wel dagen duren, voordat uiteindelijk de veroordeelde echt gestorven was aan het kruishout, kon dat dagen duren.

Maar op deze dag, deze bijzondere vrijdag, wilden de Joden niet zo lang wachten. Het feest kwam er aan, ze waren zich aan het voorbereiden, en de veroordeelden, die mochten daar op de feestdag natuurlijk niet hangen.

Dat paste niet bij de Joodse wet. Die moest voor de sabbat begraven worden.  Uiterlijke vroomheid, gepaard met de meest goddeloze zonden.

De Joden vragen daarom aan Pilatus, ‘kunt u ervoor zorgen dat de gekruisigden gaan sterven, zodat ze begraven kunnen worden?’

Pilatus die stemt daarmee in, en de gebruikelijke manier om dan de dood te bespoedigen, hoe gruwelijk het ook is, is dat ze dan de botten breken in de benen van degenen die gekruisigd zijn.

Daardoor kunnen de gekruisigden niet goed adem meer halen, en sterven ze sneller.

Als ik me dat indenk, dan word ik er haast misselijk van, als je dat probeert voor te stellen.

In ieder geval, de soldaten gaan aan de slag met hun gruwelijk werk. De twee gekruisigden naast de Here Jezus breken ze hun benen.

Maar als ze dan bij de Here Jezus aangekomen zijn, dan zien zij, de Here Jezus is al gestorven. En deze gestorven Man vallen ze niet meer lastig. Ze breken Zijn benen niet.

Maar, ze moeten wel zéker weten dat Hij écht is gestorven.

En daarom steken zij een speer in de zijde van de Here Jezus, waarschijnlijk tot in zijn hart, zo dat Hij echt dood is.

Dat ze zeker weten, Hij is gestorven.

En ze zien dan dat uit die wond lichaamsvocht komt en bloed, en dat is voor hun het bewijs, en ook voor ons vandaag, Hij is inderdaad écht gestorven.

Niet schijndood, zoals in de Koran staat.

Nee, Hij is echt gestorven aan het kruishout.

Broeders en zusters, als Johannes ons dit verteld heeft in vers 31 tot 34, dan komt hij met vers 35.

En dat is eigenlijk wel een bijzonder vers. Hij zegt daar in vers 35: ‘en die het gezien heeft, -dat is dus Johannes zelf-, en die het gezien heeft, die getuigt ervan en zijn getuigenis is waar. En hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft’.

Johannes die legt er dus grote nadruk bij wat hier is gebeurd.

‘Ziet u’, zegt Johannes, ‘ziet u, let goed op, Zijn benen zijn niet gebroken, Zijn lichaam is doorstoken met een speer, ik zeg het u, ik heb het gezien en ik getuig ervan aan u, zodat u gelooft’.  

Waarom legt Johannes daar zo de vinger bij?

Waarom vindt Johannes dat zo verschrikkelijk belangrijk?

Het lijken haast twee toevalligheden die plaatsvinden.

De Here Jezus is al gestorven dus is het niet nodig.

Dat is heel opvallend.

En Johannes spreekt ook echt de lezer, ons vandaag dus, ook aan.

‘Opdat u, u, jij, ik, opdat u gelooft!’

Broeders en zusters, allereerst wil de Heere ons hier laten zien, dat zelfs in dit uur van het lijden en sterven van de Here Jezus, in dit verschrikkelijke duistere uur, dat het de Here is die regeert.

Dat Hij regeert, óók als de duivel lijkt te winnen.

Godsvoorzienige macht, Zijn almachtige hand, leidt alles tot Zijn Goddelijk doel.

Zelfs dit grootste onrecht, en onheil, en de meest goddeloze daad, gebruikt de Heere om Zijn plan door te zetten.

Maar er is meer.

Want het is niet alleen zo dat de Heere het voorzegt heeft, dat het zo en zo moet gaan gebeuren.

Deze profetie en deze vervulling heeft ook een inhoud, een bepaalde betekenis, een bedoeling.

En dat wil ik u uitleggen.

Want als we dat zien, dan zien wij echt de Here Jezus als Lam van God die voor ons aan het kruis is gestorven. Hij als het Lam van God die voor ons aan het kruis is gestorven.

En om dat uit te leggen, beginnen we bij dat eerste, dat bij de Here Jezus geen been van Hem wordt gebroken.

We moeten even terug naar het Oude Testament, Exodus 12. We hebben dat gelezen.

In Exodus 12 lezen wij over het paaslam.

Voor Israël en Egypte zijn ze gevangen, de Heere bevrijdt hen door 10 plagen. En die 10e plaag dat weet u, broeders en zusters, dat is dat die verderfengel rondgaat om de eerstgeboren kinderen te doden.

Maar, de Heere wil Zijn volk daarvoor behoeden en beschermen.

Het volk Israël moet daarom een paaslam slachten en het bloed van het paaslam aan de deurposten van het huis smeren. En als die verderfengel dan ‘s nachts dat bloed ziet van dat paaslam, dan gaat hij dat huis voorbij, dan wordt dat huis overgeslagen in Godsoordeel.

En nu het bijzondere bij dat paaslam, ze gebruikten niet alleen dat bloed, maar het paaslam zelf aten ze ook op. Dat moesten ze klaar maken met vuur, en dat aten ze dan op, die avond, als gezin.

Nu hebben wij gelezen in Exodus 12 dat de Heere met nadruk dan daarbij zegt, ‘van het paaslam mag geen bot worden gebroken’.  

Wat betekent dat? Nou, als je dat lam dus klaarmaakt, mag je dat niet eerst in stukken hakken.

En je mag ook niet zeggen, ‘nou, wij zijn thuis met zijn vieren we krijgen dat nooit op zo’n paaslam, dus we snijden het in 2en en dan krijgen jullie, de buren, krijgen dan de ene helft, en dan eten wij de andere helft. Doen we fifty-fifty. En dan eten we samen, allebei op ons eigen plek, dat lam op. Dat mag ook niet.

Dat paaslam moest heel blijven. Er mocht geen been van gebroken worden.

En als het dan te veel was voor één adres, dan moest je dat dus niet verdelen en uitdelen aan anderen, maar dan moest je de buren uitnodigen bij jou thuis, om samen te eten van het ene hele paaslam.

En daarmee wilde de Heere Zijn volk toen iets leren.

Zoals dat paaslam heel blijft, en ongebroken blijft, zo is ook het volk Israël één geheel op diezelfde avond, eten al die mensen dat ene hele paaslam. Verenigd dus als volk van God.

Kijk, en als we dan de stap naar het Nieuwe Testament zetten, naar de Here Jezus, dan zien we dus dat de Here Jezus hier het kruishout, ons ware Paaslam is.

Dat Hij Zijn bloed, Zijn leven geeft, zodat wij als Zijn volk daarachter kunnen schuilen, tot vergeving van onze zonden. Het oordeel van God gaat aan ons voorbij, want we horen bij Hem, de Here Jezus. Zijn bloed redt ons.

En Zijn lichaam is heel. Zijn benen worden niet gebroken.

Dat betekent dus, dat Hij ook zorgt voor de eenheid van Zijn kerk. Dat Hij zorgt dat al die kinderen van de Heere ook echt bij elkaar mogen horen.

Zijn lichaam is ongedeeld en ongebroken. Zo is ook de kerk, de gemeente van Jezus Christus ongedeeld en ongebroken.

Dat zie je hier, in Zijn offer op Golgotha.

Geen been van Hem wordt gebroken.

En moet u zich dan even indenken broeders en zusters, daar op Golgotha, op die Goede Vrijdag, wat was daar nou zichtbaar van de eenheid van de kerk?

Die discipelen die waren uit elkaar geslagen.

Er stonden vrouwen daar aan het voet van het kruis in verdriet over dit verschrikkelijke einde.

Johannes stond erbij.

Waar was die schare die naar de Here Jezus luisterde? Waar was de eenheid van de kudde van de Heer?

Die was er helemaal niet, was een uit elkaar geslagen zootje.

Was niks van overgebleven.

En tóch… zie de Here Jezus. Geen been van Hem gebroken. Hij hangt daar. Zijn lichaam is heel.

Een garantie dat Hij ook zorgt door Zijn lijden en sterven heen. Dat Zijn kerk weer bij elkaar komt. Dat Zijn kerk weer één zal zijn, en door de eeuwen heen ook één zal blijven. En die hechte verbondenheid als broeders en zusters door Jezus Christus, ons Paaslam.

Geen been van Hem mocht worden gebroken.

En broeders en zusters, Johannes legt daar de vinger bij. Ook voor ons vandaag, dat wij zien hoe kostbaar en dierbaar die eenheid is, in de kerk van de Heere. Hij stierf daarvoor aan het kruishout.

De eenheid in de kerk van de Heere.

Zelfs waarvan geen been is gebroken.

En je kan dat ook toepassen op voor ons vandaag, dat die eenheid zo hecht is, dat er ook geen gebrokenheid mag zijn tussen die banden van broeders en zusters. Geen verdeeldheid, geen ruzies, geen twisten.

Die eenheid moet net zo één en heel zijn, als de botten van de Here Jezus. Totaal bij elkaar en aan elkaar verbonden.

De Here Jezus, Hij staat daar voor garant. Hij wil dat werken. En wij, in geloof op Hem ziende, mogen Hem daarin zoeken en dienen.

Kijk, en broeders en zusters, dan komen wij ook meteen bij het tweede tekst en het tweede gedeelte van de preek.

Want wie ziet Hem zo daar op Golgotha.

Wie ziet in Hem nu het Paaslam, het Lam van God!

Van de eenheid van de kerk is niks zichtbaar daar op Golgotha, maar eigenlijk is daar helemaal niemand te bekennen die de Here Jezus überhaupt ziet als Lam van God, en begrijpt wat Hij doet.

De mensen die Hem liefhebben, zien niet dat Hij moet lijden en sterven voor onze zonden.

De mensen die Hem haatten zien het al helemáál niet.

En de mensen die onverschillig daar aan voorbij lopen, die hebben dat niet eens door.

Niemand ziet de Here Jezus als het Lam van God.

Hoe komt het nu, dat de mensen later dat wel gaan snappen en zien.

Hoe komt het nu dat de ogen dan tóch uiteindelijk open mogen gaan.

Dat mensen toch achteraf gaan ontdekken, de Here Jezus die daar hing op Golgotha. Hij is het Lam van God die voor onze zonden aan het kruishout hing en stierf.

Dat komt doordat de Here Zelf met Zijn kracht en genade die ogen zal openen.

En ook dát bewerkt de Here Jezus.

En dat is de profetie die naar ons toe komt in die tweede tekst, Zacharia 12: ‘ze zullen zíen, op Hem die zij doorstoken hebben’.

Ze zullen zien, die ogen, ze zullen zien, op Hem die zij doorstoken hebben.

Als we even kijken naar Zacharia 12 broeders en zusters, dan spreekt Zacharia 12 over immens rijke beloften.

In Zacharia 12 staat dat het volk opstandig is geweest naar de Heere.

In grove zonden hebben zij de Heere doorstoken, beledigd, gezondigd tegen God.

Maar zegt de Heere, ‘er komt een moment dat Ik Mijn Geest zal zenden, zal geven’.  De Geest van genade en gebeden staat er.

De Geest van genade en gebeden.

En díe Geest die bewerkt dat grote grote wonder, want Hij zal de ogen van de mensen openen, zodat zij zien op Hem die zij doorstoken hebben.

Zodat zij zien dat ze God ongehoorzaam waren.

Zodat zij zien dat zij ontrouw waren aan hun God en Vader in de hemel.

De Geest zal worden gegeven zodat hun ogen open gaan, en zij zullen zien op Hem die zij doorstoken hebben.

En dan komt die grote omkeer. Die bekering, dat ze stoppen met bij God vandaan te lopen. En dat zij voortaan naar God toe gaan lopen.

En wat komt daar dan? Zacharia 13:1, dan ontstaat er een bron tegen de zonde en tegen de onreinheid. Ze bekeren zich.

En dan blijkt die God, tegen wie zij zo gezondigd hebben, blijkt een genadig God te zijn. Die vergeeft, en die verzoend, en die vrede uitdeelt, en al die zonden bedekt.

Kijk, daarheen verwijst, wat er hier gebeurt. Golgotha.

God Zelf zal de ogen openen voor de zonden, die zij doen. Ze zien op Hem, die zij doorstoken hebben.

‘Hier gebeurt het’, zegt Johannes. ‘Hier gebeurt het’.

De Here Jezus wordt doorstoken op Golgotha aan het kruishout. Hij wordt doorstoken.

En zie…, straks op Pinksteren, dan gebeurt het. De Heilige Geest wordt uitgestort zoals Zacharia 12 profeteert, dat de Heilige Geest wordt uitgestort.

En de Joden die eerst schreeuwden ‘kruisig Hem’. En de Joden die verzochten ‘laten we de gekruisigden de benen breken, zodat ze sterven en we ze uit de weg kunnen ruimen’.

Die Joden die komen tot bekering.

Hun ogen gaan open, en zij zien op Hem die zij doorstoken hebben.

Zij zien op de Here Jezus Christus die zij zelf met hun zonden en hun vijandschap doorstoken hebben.

Zij bekeren zich tot de Here Jezus Christus.

Dat wonder van genade!

Zelfs voor hen is er vergeving en genade mogelijk. Want zij zien op Jezus als het Lam van God die óók voor hen aan het kruishout heeft gehangen, en is gestorven.

Zij zien op Hem die zij doorstoken hebben.

En dat geldt niet alleen voor de Joden van daar en toen.

Want niet alleen zij, hebben de Here Jezus laten doorsteken.

Ook wij.

Ook wij met onze zonden en onze ongehoorzaamheid, met onze opstandigheid, met onze tekortkomingen.

Ook vanwege onze zonden is de Here Jezus doorstoken aan het kruishout.

Ook voor onze schuld is Hij gestorven en begraven.

En wij moeten ook vandaag, net als de Joden toen, zien op Jezus.

Niet maar gewoon als Jezus of als Rabbi.

Maar zien op Jezus als het Lam van God. Als het Lam van God dat voor onze zonden aan het kruis is gehangen.

Alleen in dat geloof broeders en zusters, is er redding van uw en jouw zonden.

Hoe ziet u de Here Jezus?

Hoe ziet u Hem, broeders en zusters, als u kijkt naar het kruishout, als u let op uw Heiland Jezus Christus.

Ziet u dan op Hem, als uw Verlosser, het Lam van God, dat ook uw en jouw zonden heeft betaald?

Dat is noodzakelijk broeders en zusters!

In het laatste Bijbelboek van Gods Woord komen we die tekst uit Zacharia opnieuw tegen. Openbaring 1:7, de Here Jezus komt op de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die hem doorstoken hebben.

Dat is een waarschuwing.

Doorsteek je de Heere Jezus wel met je zonden?

Geloof je niet in Hem?

Dan komt Hij in Zijn oordeel.

Dan komt Hij als Rechter om ons te oordelen, om al onze zonden.

En dan is daar geen bescherming, dan is daar geen bloed waar we achter kunnen schuilen.

Dan ga je verloren.

Daarom zegt Johannes met al zijn kracht.

Daarom zegt de Heere met grote nadruk, vers 35: ‘opdat u gelooft, zie op Hem, Jezus Christus, als het Lam van God!’

Zie op Hem, als Lam van God.

Dan is daar vergeving en redding en eeuwig leven!

God zij dank! Het is Goede Vrijdag geworden!

Johannes die zegt het tegen ons, hij was er zelf bij, en hij getuigt het, er is geen bot van Hem gebroken. Als Paaslam heeft Hij Zichzelf geofferd voor ons.

Zijn zij is doorstoken opdat onze ogen kunnen worden geopend, en wij Hem kunnen zien en geloven.

Johannes heeft het gezien, en hij geeft het aan ons door, ‘zie op Hem, geloof in Hem, want als Hij komt, op de wolken, dan zal iedereen Hem zien.

Als je in Hem gelooft, dan mag u bij Hem komen, om eeuwig bij Hem te blijven.

AMEN

Gepubliceerd inPreek

Reacties zijn gesloten.