Ga naar de inhoud

Preek Zondag 12 HC

Christen zijn in Nederland, dat is tegenwoordig best pittig. Durf jij er voor uit te komen dat je christen bent, tegenover je onchristelijke collega’s of vrienden? Of vind je dat moeilijk? Zondag 12 heeft een bemoedigende boodschap voor je. In deze preek ga ik in wat het betekent dat Jezus de Christus is. En welke krachtige en troostvolle boodschap daarin zit ook voor ons vandaag.

Preek Zondag 12 HC
Door ds. C. Koster

Liturgie
Psalm 18:15
Psalm 110:1,3 (na wet)
Psalm 132:1, 4, 9 (na Schriftlezing)
Psalm 145:5 (na preek)
Psalm 148:5 (na geloofsbelijdenis)
Gezang 34:2

Schriftlezing 1 Sam. 16:1-13
Tekst Zondag 12

Door Christus mag ik christen zijn
1. Hij is Christus
2. Hij maakt mij tot christen

Preek
Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus,

U krijgt waarschijnlijk wel eens de vraag: wat heb je voor beroep? Of: wat doet je vader of je moeder voor werk? Iemand is aannemer, uitvoerder, architect. Je bent zelfstandig ondernemer of werkzaam in een groter bedrijf. En weer een ander werkt op school, of in de zorg. Wat voor beroep doe je?

Met Zondag 12 staan we eigenlijk stil bij het beroep van de Heere Jezus. Bij zijn roeping, zijn taak op deze aarde. Welke roeping had Hij dan? Hij was Christus. En dat weet u waarschijnlijk wel, Christus betekent Gezalfde. En datzelfde woord in het Hebreeuws is Messias, dat betekent ook Gezalfde. Christus is dus niet de naam van de Heere Jezus. Het is niet zijn achternaam. Dat klinkt haast wel zo, omdat we de Heere Jezus zo noemen. Jezus Christus. Maar het is eerder een titel. Jezus, de Christus. Hij heet Jezus en Hij is de Christus, de door God gezalfde Man.

Nu zien we wat dat betekent, dat woord Christus. Maar net als bij Zondag 11 wordt ook nu niet gevraagd naar de betekenis van deze naam. Nee, de vraag is: waarom wordt Hij Christus, dat is Gezalfde, genoemd? Wat is daarvan het doel en de betekenis? Voor deze vraag is het goed om even naar het Oude Testament te gaan. Daar wordt ons namelijk heel duidelijk gemaakt wat dat precies is, om gezalfd te zijn.

Zalven met olie, dat is niet helemaal zoals wij dat vandaag kennen. Zalven met olie vroeger, in de tijd van het Oude Testament, was iets heel bijzonders. Die zalf rook heel lekker en krachtig. Mensen om je heen konden dat heel duidelijk ruiken. En zelf kreeg je weer nieuwe energie en weer frisse moed door die zalf. Je kon met kracht weer verder.

Nu, daarin zitten twee betekenissen van het zalven. Je wordt aangewezen door de Heere, voor een bijzondere taak. Iedereen kon het zien dat je gezalfd werd. Iedereen kon het ruiken. Er was geen twijfel over mogelijk: deze man is de gezalfde van de Heere. Duidelijk aangewezen door God zelf.

En ten tweede betekent het ook dat de Heere je kracht geeft. Zodat je dat kan doen, waartoe de Heere je geroepen heeft. Als gezalfde krijg je kracht van Boven om te doen wat je moet doen. De Heilige Geest helpt je, om je taak te vervullen.

Laat ik een paar voorbeelden noemen. Allereerst komen we deze zalving tegen in 1 Sam. 16, we hebben het samen gelezen. De Heere zegt tegen Samuël dat Saul verworpen is, Samuël mag daar niet langer meer om rouwen. Hij moet verder, hij moet een nieuwe koning zalven. Daarom moet hij zijn hoorn met olie vullen en op pad gaan naar het gezin van Isaï in Bethlehem. En dan ziet Samuël de oudste zoon Eliab en denkt hij: deze is vast en zeker voor de HEERE Zijn gezalfde. Maar nee, Samuël vergist zich. Want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan. En zo waren ook Abinadab en Samma en al de zeven zonen van Isaï niet door de HEERE verkozen. Het bleek David te zijn, de jongste zoon, het jongste broertje. Een knappe jongen, met rossig haar een mooie ogen, staat er bij. Maar toch, ook nu geldt dat de HEERE het hart aanziet, en niet het uiterlijk. Zalf hem, want deze is het. Publiek aangewezen als nieuwe koning. Iedereen wist het, kon het zien, kon het ruiken. Deze David is de man, die God wil.

En dan staat er zo mooi bij in vers 13: “De Geest van de HEERE werd vaardig over David vanaf die dag en voortaan!” Hier ziet u meteen dat tweede element. David wordt niet alleen publiek aangewezen als nieuwe koning. Maar hij krijgt ook meteen vanaf dat moment de kracht van de Heilige Geest. De HEERE sterkt hem voor de grote taak die hem wacht. Hij wordt aangesteld en krijgt kracht van God. Dat is zalven.

En dit zien we vaak terug komen in het Oude Testament. De zalving van de Hoogepriester Aäron, door Mozes, Lev. 8. Dan moest Aäron eerst gewassen worden en moest hij de kleding van de Hoogepriester aan doen. Met de tulband op zijn hoofd met aan de voorkant die gouden plaat. En de borsttas voor, met daarin de Urim en de Tummim en daarop aan de buitenkant zichtbaar de twaalf kostbare stenen, die staan voor de twaalf stammen van Israël. En dan moest Mozes Aäron zalven, met zalfolie. Mozes moest zo de olie gieten op het hoofd van Aäron, zodat het dan neer druppelt op zijn kleding, helemaal over hem heen.

Iedereen kon niet alleen aan zijn kleding zien, maar nu ook aan hem ruiken: dit is Aäron de hogepriester. Gezalfd door de Heere zelf, dat betekent door God aangewezen. Maar ook dat God hem alle kracht en wijsheid geeft die nodig is.

En nog één ander voorbeeld, uit 1 Kon. 19. Dat Elia het helemaal niet meer ziet zitten. Hij geeft de moed op, gaat liggen onder een bremstruik in de woestijn en wenst dat hij dood was. ’t Was in die moeilijke tijd van koning Achab en Izebel. En dan gaat Elia naar de berg Horeb, en ontmoet hij God in het suizen van een zachte stilte. En dan moet Elia Hazaël zalven tot koning over Syrië, Jehu moet hij zalven tot koning over Israël en Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-Mehola, moet hij zalven tot profeet in zijn eigen plaats. En zo wordt Elisa tot profeet gezalfd en geroepen in de plaats van Elia. En ook Elisa krijgt de kracht en de wijsheid van de Geest van God, om zijn profeten-werk te doen. Om te spreken en wonder te verrichten in de naam van de HEERE, de God van Israël.

Zo zien we het heel duidelijk. Christus, Gezalfde, dat betekent dat je door God bent aangewezen tot een bepaalde taak. En dat je door de Heilige Geest kracht ontvangt voor die taak. Zo is Jezus ook Gezalfd, Christus. Tot welke taak was Jezus Christus dan geroepen?

Jezus Christus was dé Gezalfde. Hij vervulde in zichzelf al de ambten en roepingen zoals dat in het Oude Testament omschreven werd. Het Oude Testament is één grote pijl die wijst naar Jezus Christus. Steeds wordt op alle verschillende manieren getoond wie Jezus Christus is en wat Hij moest komen doen. En werd vooral in de ontrouw en zonden duidelijk hoe nodig het was dat Jezus Christus kwam, als trouwe dienstknecht van God.

En eigenlijk moeten we zelfs zeggen: Jezus Christus was zelf al werkzaam en bezig in het Oude Testament. Iets van zijn taken liet Hijzelf al zien, door de profeten, priesters en koningen van het Oude Testament heen. Bij een koning die echt trouw was aan de Heere zag je veel duidelijker, dan bij een koning die eigen wegen ging. Maar steeds was Jezus Christus daar zelf al actief.

In het Oude Testament lezen we ook al over zijn zalving, zijn roeping en bekwaming. Bijvoorbeeld Psalm 45:8: “U hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen.”

En hoe de Heere al over Jezus Christus profeteert dat Hij priester is voor eeuwig, naar de ordening van Melchizedek, Psalm 110:4.

En een hele duidelijke tekst uit Jes. 61:1 “De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen.”

De Heere Jezus haalt dit vers zelf aan in Luc. 4 en zegt dat dit in Hem zelf vervuld is. De Heere Jezus liet toen al duidelijk zien, aan het begin van zijn leven op aarde, wat zijn beroep, wat zijn roeping en taak is. Hij is de grote profeet, de enige hogepriester, de eeuwige koning. Ja, Hij is de Christus, de door God gezalfde. Zo omvangrijk, zo onnoemelijk groot is zijn taak. Zoveel moest Hij doen, gehoorzaam volbrengen. In gehoorzaamheid zijn leven invulling geven. Hij moest lijden en sterven.

Maar begrepen de mensen zijn roeping? Geloofden ze, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God? Nee, integendeel. Dat maakte het zo moeilijk, zo zwaar voor Jezus Christus.

Daar komt een Man, van God gezonden. Volmaakt, gehoorzaam. Gods eigen Zoon. In Hem kon je zien hoe God de mens eigenlijk geschapen en bedoeld had! Niet aangetast door zonde. Maar de mensen konden dat niet aanvaarden. Ze konden Hem niet gelovig ontvangen in hun midden.

Als Jezus Christus zelf open en duidelijk zegt in Lucas 4 dat Hij de Christus is, wat is dan de reactie? Het loopt uit op een moordpartij. Ternauwernood ontkomt de Heere Jezus, omdat het zijn tijd nog niet was. Maar hier werd meteen al duidelijk hoe diep de vijandschap tegen Jezus Christus is.

En ook aan het einde van zijn leven wordt dat pijnlijk duidelijk. Want juist vanwege het antwoord van Jezus Christus op de vraag, of Hij de Christus is, wordt zijn doodsvonnis uitgesproken. U kunt het lezen in Mattheus 26 vanaf vers 63: De Heere Jezus wordt daar verhoord voor het Sanhedrin. En dan zegt de hogepriester: “Ik bezweer U bij de levende God, dat U ons zegt of U de Christus bent, de Zoon van God. Jezus zei tegen hem: U hebt het gezegd. Maar Ik zeg u: Van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen op de wolken van de hemel. Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei: Hij heeft God gelasterd. Waarom hebben wij nog getuigen nodig? Zie, nu hebt u Zijn godslastering gehoord. Wat denkt u? En zij antwoordden en zeiden: Hij is schuldig en verdient de dood.”

Wat ingrijpend, broeders en zusters. Juist aan het einde van zijn leven op aarde. Terwijl Jezus Christus zoveel heeft laten zien van wie Hij is en wat Hij kwam doen. Iedereen kon weten dat Hij inderdaad Jezus de Christus was. De Man van Godswege gezonden en die kracht kreeg van de Heilige Geest. Met wonderen en tekenen liet Hij het zo duidelijk zien. Maar ze wilden het niet geloven.

Ze wilden Hem niet erkennen als hoogste profeet, die het woord van God verkondigd en uitlegt. Terwijl Hij dat zo duidelijk heeft gedaan. Hij verkondigde het evangelie aan armen, aan mensen die weten dat ze hulp nodig hebben. Hij predikte vergeving van zonden, om niet. Hij wees de mensen op Gods liefde en genade. Maar ook op het naderende oordeel voor een ieder die zich niet bekeert. Een profeet en leraar, zegt de Heidelbergse Catechismus. Niet dat Hij voor de klas stond om les te geven. Maar dat Hij wel steeds weer de Schriften opende. En uitleg gaf over de genade van de Heere. En Hij kon dat als geen ander. Want Hij was zelf bij de boezem van de Vader, zegt Johannes in hoofdstuk 1. Dat betekent, Hij is zelf God, Hij is één met God, Hij is zijn eigen Zoon. Als geen ander kan Hij zeggen wie God is en wat God wil. En dat heeft Hij verkondigt en laat Hij ook vandaag nog verkondigen aan u en jou. God wil dat zondaren tot bekering komen en door geloof in Jezus Christus gered worden. Maar mannen en vrouwen in de tijd van Jezus Christus, ze konden het toen niet aanvaarden. Ze verwierpen Hem als profeet.

En zo werd Hij, door de leiding van de Heere, verworpen door de leiders van de Joden. Veroordeeld en weggeleid, buiten Jeruzalem. Werden zijn handen en voeten aan het kruishout gespijkerd. En gaf Hij daar zijn leven. En zo mogen we het zeggen: Hij gáf zijn leven. Hij was bereid te sterven, Hij kwam juist in de wereld om te sterven. Want Hij is niet alleen profeet. Hij is ook Priester. De enige Hogepriester, zegt de Heidelbergse Catechismus. Hij bracht het enige, ware offer, dat echt kon betalen voor het aangezicht van de Heere. Om al de zonden te verzoenen. En Gods toorn te stillen. En zo brengt Hij Gods volk weer bij de Heere. En pleit Hij nog altijd voor Gods volk, bij de Heere. Ook vandaag. En heiligt Hij onze onvolmaakte en beperkte gebeden.

Ja, Hij is uw Koning. Miskent in zijn leven op aarde. Toen kroonden ze Hem met een kroon van doornen. En gaven ze hem een scepter van riet in zijn hand. Maar Hij is werkelijk uw koning. Juist omdat Hij aan het kruishout hing. Hij gaf zijn leven, voor zijn volk.

En dat moet u goed weten. Hij is niet alleen liefdevol en genadig. Hij kan zeker ook toornen, toornen over zonde. Dat deed Hij tijdens zijn leven op aarde, denkt u aan die momenten dat Hij de handel op het tempelplein stillegde met zijn goddelijke kracht. Maar Hij zal ook toornen als Hij terugkomt op de wolken, om te oordelen.

Het is zo belangrijk om te buigen voor deze Koning. Dan is er redding, genade, behoud. Want onder de regering van deze koning ben je veilig. Hij regeert dan. Hij regeert door zijn Woord en Geest. Het Woord, dat is het heerlijke evangelie! En zijn Geest, dat is de Heilige Geest. En zo, door zijn Woord en Geest, maakt onze Koning Christus u en jou en mij tot zijn onderdanen. Ja, Hij maakt ons tot christenen.

Daarover in het tweede gedeelte van de preek. En laten we dan meteen maar tot de kern van de zaak komen. Net zoals Christus geen naam is, zo is ook christen geen naam. Het is een roeping, een ambt, een titel.

Je hebt vandaag de dag veel naam-christenen. Die wel christen heten. Maar die helemaal niet bereid zijn om te doen wat Christus van hen vraagt. Dat is onmogelijk. Dan ben je het niet waard om een christen genoemd te worden. Als je christen bent, dan heb je je ook als christen te gedragen. Wanneer ben je dan een christen? Aan welke kenmerken moet je dan voldoen om een christen te heten?

Nu, de Heidelbergse Catechismus laat zien waar het begint. Het begint bij geloof. Als je gelooft, dan ben je lid van Christus en heb je deel aan zijn zalving. Dat is het eerste en belangrijkste kenmerk van een christen. Je gelooft in Jezus de Christus. Je belijdt Hem als je Redder, je Verlosser. Je erkent dat je Hem nodig hebt, vanwege je zonden.

In het bijzonder geldt dit ook voor jongeren, die overwegen om geloofsbelijdenis te doen. Het is God die je daartoe roept en uitnodigt: belijdt mijn naam. Je wordt geroepen om deze levenskeuze te maken, dat je inderdaad ook zelf graag als christen door het leven wil gaan. Een christen, die Gods naam belijdt. Als je er klaar voor bent om je ja-woord te geven, dan is het niet goed als je de Heere laat wachten. Maar deze roeping geldt natuurlijk niet alleen voor het doen van openbare geloofsbelijdenis. Deze taak om Gods naam te belijden geldt voor een ieder van u. Om gelovig zijn naam uit te dragen in de wereld. De Heidelbergse Catechismus noemt dat, als profeet zijn naam belijden.

En juist omdat je bij Hem hoort, wil je Hem ook volgen en dienen. Je wil graag doen wat Hij van je vraagt. Als Hij zegt dat je verkeerde dingen uit je leven weg moet doen. Verkeerd gedrag, verkeerde muziek, verkeerde films. Dan ben je daartoe bereid. Omdat je dankbaar bent, dat je bij Hem mag horen. Omdat je weet: ik ben door Hem gekocht, ik ben zijn eigendom. Ik wil graag dan ook heel mijn leven in doen en laten, in kijken en luisteren, Hem eren. De Heidelbergse Catechismus noemt dat jezelf als priester offeren als een levend dankoffer.

En die strijd tegen de zonde noemt de Heidelbergse Catechismus ook dat je koning bent. Met een vrij en goed geweten tegen de zonde en de duivel te strijden. Met het uitzicht op de eeuwige heerlijkheid, om met Christus koning te mogen zijn. Zo ben je christen. Dat betekent het, om christen te zijn.

En als je dit zo hoort, misschien denk je dan: wat vraagt de Heere veel van mij. Kan ik dat wel aan? Wil ik dat wel? Ben ik wel daartoe bereid, om zo mijn leven in Gods dienst te stellen? Of misschien ben je teleurgesteld in jezelf en vraag je je af of je wel christen mag heten. Nu, het is goed om die vraag eerlijk te overwegen. En jezelf inderdaad af te vragen: wil ik bij Jezus Christus horen? Wil ik delen in zijn heil, in zijn redding, zijn verlossing?

En als je daarover nadenkt, dan moet je twee dingen niet vergeten. Allereerst dit: Christus roept u tot gehoorzaamheid. Het is niet om het even of je wel of niet bij Christus wil horen. Jezus Christus waarschuwt er zelf voor in Mat. 10. “Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.”

Maar ten tweede moet je niet vergeten wat die zalving ook al weer betekent. Gezalfde zijn, christen zijn is niet alleen een roeping en een taak. Het is ook dat de Heere je kracht schenkt. Hij belooft zijn Heilige Geest. Christus regeert zijn rijk immers door zijn Woord en Geest. Hij belooft kracht, zorg, bescherming.

Hij wil je helpen om christen te zijn. Ja, Hij geeft zelfs alles wat nodig is om christen te zijn in deze wereld. De leiding, de zalving van de Heilige Geest is zo’n bijzondere belofte. De Heere wijst ons daar telkens weer op. Net als bij David, die gezalfd werd met olie. Hij werd aangewezen, maar merkte ook meteen dat de Geest van de HEERE krachtig werd in hem. Nu, zo is dat ook vandaag. Als je echt christen wil zijn. Dan wil de Heere ook je sterk maken door zijn Geest. Dat zegt Hij toch zo vaak, gemeente?

Aan het begin van de eredienst. Waar begonnen we mee? Met die geloofsbelijdenis: onze hulp is in de naam van de HEERE. En wat antwoord de HEERE dan? Genade zij u en vrede! En als een predikant voorgaat, dan heft hij zijn handen op. Dat betekent dat je de Heilige Geest mag ontvangen. Dat je Gods kracht mag ontvangen. De HEERE zelf zegent zijn volk. De HEERE zelf is bij zijn volk. En Hij gaat met zijn volk mee.

En straks aan het einde van deze eredienst: de genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. De zegen van de HEERE!

Bij doop, je ontvangt zijn zegen. Bij geloofsbelijdenis, je ontvangt zijn zegen. Bij huwelijk, je ontvangt zijn zegen. Bij bevestiging van ambtsdragers, je ontvangt zijn zegen.

De Heere is daar steeds met zijn kracht, met zijn genade, met zijn Geest. Die zal Hij nooit weigeren, als je Hem er om vraagt. Als je christen wil zijn, dan mag je daarvan overtuigt zijn: God helpt mij. Net wat koning Willem Alexander zij toen hij als koning van ons land werd beëdigd. Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Nu, dat mag jij ook geloven en zeggen. Ja, ik wil christen zijn. Ik wil bij Christus horen en Hem volgen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig!

Zo mag u christen zijn in deze wereld. Profeet, priester en koning. Omdat u bij Hem hoort. De Christus, de Gezalfde. Onze Heere Jezus. Die van God gezonden is met de Heilige Geest gezalfd. Zo mag u Hem kennen, gemeente. Zo mag u Hem belijden. Zo mag u Hem dienen. Onze Heere Jezus, dé Christus. Amen.

Gepubliceerd inCatechismusPreek

Reacties zijn gesloten.