Ga naar de inhoud

Preek Hebreeën 12:2-3

In het leven en sterven van de Heere Jezus kunnen we zien de ultieme kracht van het geloof. Maar tegelijk is Hij nog veel meer: Hij is onze Verlosser. Hij bleef trouw en gehoorzaam, ook toen Hij het kruishout moest dragen, ook toen Hij grote smaad kreeg. Hoe kon de Heere Jezus het volhouden? Doordat Hij zag op de vreugde, die God Hem zou geven. Daarom zegt de Heere tegen ons vandaag: let scherp op de Heere Jezus Christus.

Liturgie
Psalm 100:1,2
Psalm 69:3,4 (na wet)
Psalm 16:4 (na Schriftlezing)
Psalm 110:1,2 (na preek)
(na geloofsbelijdenis)
Gezang 15:2

Lezen Hebr. 4:14-5:10
Tekst Hebr. 12:2-3

Preek Hebreeën 12:2-3
door ds. C. Koster

Een apostolische aanmoediging aan de lopers om vol te houden op de renbaan van het geloof

  1. De Heere Jezus ging ons voor
  2. Hij baande de weg
  3. Let daarom scherp op Hem

Geliefde gemeente van onze Heere Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes,

Vorige week hebben we stilgestaan bij Hebreeën 12 het eerste vers. We zagen toen dat de Hebreeënschrijver het zo voor ogen stelt, dat wij als gelovigen rennen op de renbaan van het geloof. En dat we met inspanning die weg moeten gaan, die Hij ons wijst. Geloven is rennen. En toen hebben we ook gezien dat er die hall of fame is: en hal met foto’s van gelovigen die ons zijn voorgegaan. De gelovigen die wij leren kennen in de Bijbelse geschiedenis: Abraham, Izak, Jacob, Jozef, Gideon, Jefta, noem maar op. Al de gelovigen die ons zijn voorgegaan. En ook gelovigen in ons eigen persoonlijk leven. Onze geliefden die van de Heere hielden, maar die overleden zijn. Ook zij zijn gelovigen die ons zijn voorgegaan. En van al deze mensen zien wij als het ware een foto. We lezen bijvoorbeeld over hen in de Bijbelse geschiedenis en zien daarin hun geloof en Gods kracht in hun leven. En we weten dat die mensen, die ons zijn voorgegaan, geen geloofshelden helden. Zo noemen we ze niet: geloofshelden. Waarom niet? Als je het zo zegt: geloofshelden, dan lijkt het net alsof die mensen krachtpatsers waren in het geloof en zij uit zichzelf zo sterk waren. Maar daar gaat het helemaal niet om. Nee, de Bijbel noemt deze gelovigen geloofsgetuigen. In het leven van die mensen kon je de kracht van God zien. Hun leven was een getuigenis van de Heere, van zijn kracht, en van zijn beloften.

Kijk, als u, als jij inderdaad zo rent op die renbaan van het geloof, broeders en zusters. En je moet hard werken, je werkt je in het zweet om op de Heere te vertrouwen, in Hem te geloven, als christen te leven midden in deze wereld. Dan is de belangrijke vraag: waar haal je je kracht en energie vandaan? Hoe hou je het vol? Die geloofsgetuigen bemoedigen ons wel. Maar die kunnen niet redden. Die geloofsgetuigen geven u en jou geen verlossing van zonde en schuld. Hoe krijgen we wel verlossing en kracht?

Daar gaat de Hebreeënschrijver op in bij vers 2. Want dan wijst hij van die geloofsgetuigen vervolgens op de Heere Jezus zelf. Hou Hem in het oog. Dat is vers 2: “Terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof.” Terwijl wij die renbaan lopen, op de renbaan van het geloof. Richt je oog op Hem, de Heere Jezus! Hou Hem steeds in beeld.

Dat woordje ‘je oog richten’ heeft in het Grieks eigenlijk twee verschillende kanten. Dat betekent aan de ene kant dat je ergens niet naar moet kijken. Je oog afwenden. En aan de andere kant betekent het dat je ergens wel naar moeten kijken: je oog richten.

Je moet je oog afhalen van mensen. Niet denken: die geloofshelden, krachtige mensen, sterk karakter, zo wil ik ook zijn. Nee, mensen kunnen je niet helpen. Of dat je steeds over nadenkt: wat vinden anderen van mij? Wat vinden anderen van mijn christelijk leven? En dat je daarin vastloopt. En dat zelfs uiteindelijk je gedrag laat bepalen door wat mensen van je vinden. Nee, richt je niet op mensen. Laat daar je hoop niet van afhangen. En als je als christen leeft, als je bid voor je eten op je werk, laat het dan niet bepalend zijn wat mensen van je vinden. Laat hen je niet vertragen in je wedloop als christen. Doe niet wat mensen wel of niet van je vinden of vragen, maar richt je op de Heere Jezus. Let op Hem! Stel je steeds die vraag: wat vraagt Hij van mij? Hoe gehoorzaam ik Hem? Hoe toon ik Hem mijn liefde, mijn geloof? Hoe ga ik in zijn voetsporen? Zo zegt de Hebreeënschrijver tegen u en jou: zie op Hem!

Maar wie is Hij dan? En wat kan Hij dan? De Hebreeënschrijver geeft in vers 2 twee hele mooie woorden waarmee hij de Heere Jezus omschrijft. De Heere Jezus is de Leidsman en de Voleinder van het geloof. De Leidsman en de Voleinder van het geloof. Kijk, als u dan die renbaan voor ogen heeft, broeders en zusters. Wij als gelovigen rennen op die renbaan van het geloof. En dan is het eigenlijk zo, zegt Hebr. 12:2, dat de Heere Jezus ook zo’n Renner is, die mee rent in die marathon. Hij rent met ons mee. Maar anders dan al die gelovigen die in die groep naar de finish onderweg zijn, is de Heere Jezus een Renner die Leidsman en Voleinder is. Dat betekent dat Hij uit die groep van renners breekt en vooraan loopt. De Koploper. De Leidsman. Hij rent daar vóór ons. Hij gaat vooruit, en als eerste komt Hij bij de finish. Hij, die de Kampioen is, de Overwinnaar. De Heere Jezus als Leidsman van het geloof.

En de Voleinder, dat woord betekent dat de Heere Jezus het geloof ook tot zijn doel brengt. De Heere Jezus laat als geen ander zien de kracht van het geloof. De ultieme kracht van het geloof. Dat de Heere Jezus in geloof en vertrouwen op zijn Vader die weg van leiden en schande en smaad ging om zijn volk te verlossen. De Voleinder van het geloof. En zo als Leidsman en Voleinder, als Koploper en Overwinnaar, gaat Hij voor. En volgen wij eigenlijk als geloofsrenners in zijn voetsporen.  Je zou kunnen zeggen, de Heere Jezus is ons Voorbeeld en wij volgen.

Maar goed, als ik dat zo zeg, dan zult u misschien zeggen: ja de Heere Jezus een Voorbeeld, maar is Hij niet veel meer dan slechts een Voorbeeld? Ja, inderdaad. Hij is veel meer dan dat. Als je zegt: de Heere Jezus is slechts een Voorbeeld en Hij laat alleen maar zien hoe je moet geloven en wij moeten Hem nadoen. Ja dan ben je ten diepste aan jezelf overgeleverd. Dan moet ik uit eigen kracht die finish halen. Maar ons tekstvers laat nu juist zien dat de Heere Jezus niet alleen een Voorbeeld is, maar veel meer dan een Voorbeeld. Hierin is het christelijk geloof, zo anders dan andere godsdiensten. Dat wij als christenen er zo diep van overtuigd mogen zijn dat wij niet onszelf kunnen redden. Dat we onszelf niet kunnen verlossen. In de Bijbel lezen wij dat God ons verlossing schenkt, om niet, uit genade. Verlossing door een Ander. Door de Heere Jezus. Hij verlost ons. Dat is het tweede gedeelte van de preek. Hij gaat ons voor, maar Hij baant ook de weg, Hij maakt voor ons de weg begaanbaar.

Tweede gedeelte

Als je de brief aan de Hebreeën van het begin tot het einde doorleest, dan komt daar één begrip heel nadrukkelijk naar voren. Dat is het woord hogepriester. We hebben daarover ook gelezen in Hebreeën 4 en 5. Dat de Heere Jezus de Hogepriester is. Dat betekent dat Hij zelf voor zijn volk en in plaats van zijn volk verlossing en verzoening bewerkt. En dat is eigenlijk ook wat wij hier in onze tekstverzen zien. De Heere Jezus gaat voorop, Hij wijst de weg. Maar Hij baant die weg ook voor ons. Hij maakt de weg begaanbaar door als Hogepriester door zijn trouw en gehoorzaamheid verzoening te bewerken. Onze zonden te betalen. Al die gelovigen, die geloofsgetuigen putten kracht uit de belofte van de Heere en daardoor konden ze het volhouden. Maar bij de Heere Jezus is het zo anders. Hij heeft zelf door zijn lijden en sterven kracht gegeven aan die belofte. Dat staat in vers 2. “Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God.” Van lijden tot heerlijkheid.

Er worden in vers 2 en vers 3 dan drie aspecten genoemd van het lijden van de Heere Jezus Christus. Het eerste is dat de Heere Jezus het kruis heeft verdragen. Het kruis als uiterste van zijn lijden. Vervloeking van mensen en van God. En dat woord ‘verdragen’ is een heel mooi woord. In het Grieks heeft het de betekenis van geduld. Van volharding. Denkt u aan vers 1 “laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt.” De Heere Jezus heeft laten zien hoe dat moet. Dat Hij dat kruishout heeft verdragen met volharding. Hij ging de weg van lijden en sterven. Hij stopte niet halverwege, omdat het zo zwaar was. Nee, Hij ging met geduld en volharding door. Hij ging er door heen. Juist met lijden.

Het tweede wat genoemd wordt is dat Hij de schande heeft veracht. De schande van het kruis. Niet alleen lijden onder de toorn van God, en van God verlaten zijn. Maar ook de schande, de oneer. Hoe Hij voor zijn menswording de heerlijkheid bij zijn Vader had, van eeuwigheid af. Die heerlijkheid heeft Hij bedekt, Hij is mens geworden, net als u en ik. Al was Hij zonder zonde. En dat Hij daar dan uiteindelijk hangt aan het kruishout. Die smadelijke weg. Zo ingrijpend, zo bijzonder. Die schande, zegt vers 2, heeft Hij veracht. Die acht Hij voor niets. Die kleineerde Hij. Hij deed alsof het niets voorstelde. Het was immens, die schande. Maar in geloof ging Hij die weg alsof het niets was.

En vers 3 voegt daar nog een derde aspect van zijn lijden aan toe, dat de Heere Jezus zo’n tegenspraak van zondaars tegen zich verdragen heeft, tegenstand van Farizeeën en Schriftgeleerden. Van Kajafas, van Herodes, van Pilatus. Van zijn eigen familie. Van zijn eigen discipelen. Zelfs die discipelen die het meest dichtbij Hem stonden. Denkt u aan Petrus, dat de Heere Jezus de woorden van Petrus moet afwijzen: ga weg achter Mij satan. De Heere Jezus heeft al die tegenspraak doorstaan. Hij bleef trouw. Met volharding, met geloof, standvastig. De Heere Jezus laat zien hoe je lijden en moeiten moet verdragen.

Men zegt wel: het lijden van de Heere Jezus, ach, in werkelijk stelde dat niet zoveel voor. Want Hij was ook God. Ja, en als God en uit kracht van zijn goddelijke natuur kon Hij dat zo doorstaan. Het stelde niets voor, het was niets. Hoe is dat voor u, broeders en zusters? Hoe kent u de Heere Jezus in zijn lijdensweg? Is dat inderdaad voor uw idee ook zo, dat het lijden van de Heere Jezus eigenlijk niets voorstelde? Omdat Hij toch God is? Broeders en zusters, als we de Bijbel daarop na slaan, dan leren wij dat het lijden van de Heere Jezus juist een enorme worsteling was voor de Heere Jezus. Omdat Hij echt mens is geworden, net als u en ik. Dat Hij die weg moest gaan in geloof. Hebreeën 4 en 5 hebben we daarom ook gelezen, omdat daar met zoveel woorden wordt omschreven hoe die lijdensweg was. De Heere Jezus, staat daar, is verzocht geweest. De Heere Jezus heeft luid geroepen, staat er. Hij heeft gebeden onder tranen. De Heere Jezus heeft smeekbeden geofferd. En Hij had angsten. Uit zijn angst is Hij verhoord. En dat weten we ook wel broeders en zusters. Denkt u maar aan het gebed van de Heere Jezus in Gethsémané, voordat Hij gevangen werd genomen. Hoe Hij in zijn nood en angst zijn Vader zocht in gebed. En Hij zijn zweet zelfs in bloeddruppels veranderden. In diepe nood en zielsverdrukking. De lijdensweg van de Heere Jezus Christus. Hij heeft gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij geleden heeft. Hij toonde zijn geloof in zijn gehoorzaamheid. Hij verdroeg het kruis.

Hoe kan dat? Hoe was het mogelijk dat de Heere Jezus dat volhield? Nu, zegt Hebreeën 12, dat was vanwege de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld. Welke vreugde? Dat Hij verheerlijking mocht ontvangen bij zijn vader in de hemel. Dat Hij mag zitten aan de rechterhand van God. De rechterhand, de meest glorieuze plek van verheelijking, van macht en majesteit. Dat hield Hij voor ogen, daar hield Hij zijn ogen op gericht. De vreugde ook om bij God te mogen zijn. De overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht. Een vreugde ook die Hij nu heeft als zondaren zich bekeren hier op aarde. Wat een vreugde is het in de hemel als één zondaar zich bekeerd, de Heere Jezus zei het zelf, toen Hij op aarde was. Met die vreugde voor ogen kon de Heere Jezus de lijdensbeker drinken. Met het oog op die vreugde heeft Hij het volgehouden. Heeft Hij geleden en is Hij gestorven. Heeft Hij geloof getoond in gehoorzaamheid.

De enorme verdrukking, het lijden van het kruis, de schande die Hij heeft meegemaakt, dat brengt voor de Heere Jezus een alles overtreffend heerlijk gewicht van vreugde. Van eeuwige heerlijkheid. Hij verkoos de overwinning door lijden heen. En als de Heere Jezus dan zijn lijden vergelijkt met die eeuwige, heerlijke vreugde, dan stelde dat enorme lijden niets voor. Het was enorm, maar de vreugde was nog vele malen groter. Moet u nagaan hoe groot die vreugde is die de Heere Jezus nu heeft. En die Hij straks mag hebben als Hij alles tot voleinding zal brengen.

Nu, broeders en zusters ,de weg die de Heere Jezus gegaan is, dat heeft Hij gedaan om voor u en voor jou die weg te banen. En dat u straks, als u trouw blijft, ook die eindstreep kunt halen, door zijn kracht. Zijn vreugde mag dan ook uw vreugde worden. Rennen de wedloop, zien op Hem, let op de Heere Jezus. Niet om het zelf te verdienen. Maar om door gehoorzaam te zijn op uw en jouw eigen plek, uw geloof te laten zien. Daarom klinkt die aansporing: let op Hem. Een aansporing die ook in vers 3 nog een keer terugkomt. Dat is het derde gedeelte van de preek.

Derde gedeelte

In vers 2 zagen we die aansporing om het oog te houden op de Heere Jezus Christus. In vers 3 zien we die aansporing eigenlijk nog een keer: let toch scherp op Hem. “Let toch scherp op Hem, die zo’n tegenspraak van de zondaars tegen zich heeft verdragen, opdat u niet verzwakt en bezwijkt in uw zielen.” Als je jezelf afvraagt: wat is nu het doel van deze verzen? Waar werkt de schrijver naar toe? Wat is het punt dat hij wil maken? Dat doel van hem zien we eigenlijk in deze laatste woorden van vers 3: opdat u en jij niet verzwakt, niet bezwijkt in uw zielen. Daarom moet u scherp letten op de Heere Jezus Christus.

U weet, broeders en zusters, dat die gemeente waar de brief aan geschreven is, dat die een vlotte start hebben gemaakt. Enthousiaste gelovigen, met geloof en overtuiging gingen zij hun weg. Maar de schrijver van deze brief laat op verschillende momenten een waarschuwing terugkomen: pas op dat je niet verzwakt. Dat je niet achterop raakt, dat je niet vertraagt, let op die obstakels, dat je niet verstrikt raakt. Let scherp op Hem, pas op, hou vol, blijf rennen op die renbaan van het geloof. Nu, opnieuw komt hij nu op die waarschuwing: opdat u niet verzwakt en bezwijkt.

Broeders en zusters, verzwakken dat heeft te maken met ziek worden. De kinderen van de gemeente weten dat ook wel. Als je ziek wordt, dan heb je geen fut. Dan voel je je zwak. Dan heb je er geen zin in. Dan wil je naar je bed, of op de bank hangen, je hebt geen energie. En hopelijk wordt je dan weer snel beter, zodat je wel weer vooruit kan. Dat is de betekenis van verzwakken, je bent niet vooruit te branden. En dat woord bezwijken, dat tweede woord in vers 3, dat is eigenlijk een beetje hetzelfde, dat je uitgeput bent, dat je geen energie hebt. Nou, op die renbaan van het geloof is dat een groot probleem, als je geen energie hebt. Want als je geen energie meer hebt, dan stopt het rennen. Dan haak je af, dan ga je aan de zijkant zitten. Ja, bij een marathon kan dat. Maar de Hebreeënschrijver laat zien, als je dat doet bij de renbaan van het geloof, dan betekent dat dus dat je afhaakt! Dat je de Heere Jezus niet meer volgt. Dat je Hem niet meer gehoorzaam dient en vertrouwt in je leven. Met alle ernstige gevolgen van dien. Dat je verloren gaat. Dat je je Verlosser mist. Dat maakt deze aansporing zo ernstig: verzwak en bezwijk niet, hou vol. Denk om dat grote gevaar. De Heere Jezus gebruikte datzelfde woord in Mat. 9:36: niet bezwijken. Daar staat dat de Heere “Jezus innerlijk met ontferming was bewogen over de schare die Hij toen zag, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben.” Zij zijn vermoeid, dat is hetzelfde woord. De dreigen te bezwijken. En daarom hebben ze een herder nodig. Een Leider. Een Koploper. Daarom: let toch scherp op Hem. En bij vers 3 ligt dan het accent op, dat je er continue mee bezig moet zijn. Met zijn Woord, met zijn evangelie, met zijn belofte, met zijn werk. Vergeet Hem niet. Verlies de Heere Jezus niet uit het oog. Lees je Bijbel. En laat er geen dag voorbij gaan dat die Bijbel gesloten blijft. Leef met de Heere, leef met zijn Woord. Lees ook de evangeliën. Omdat je daar bladzij na bladzij kan zien het geloof van de Heere Jezus en zijn gehoorzaamheid. Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes vertellen ons daarover. Lees dat en wees daar vol van. Wees niet vol van allerlei andere dingen die ook te zien en te krijgen zijn in deze wereld. Maar vul je hart met het evangelie. Let op de Heere Jezus, hoe Hij geloofde, hoe Hij trouw bleef, hoe Hij gehoorzaam was, hoe Hij standhield.

En weet u wat mooi is. Als we kijken naar de geloofsgetuigen, dan zien we dat zij ons ook voorgaan op dit punt. Ik noem u twee voorbeelden. Mozes, in Hebreeën 11 wordt hij genoemd. Hoe hield Mozes het vol? Er staat dat Mozes de smaad van Christus als grotere rijkdom beschouwde dan de schatten van Egypte. Hoe kan dat dan? Want, staat er, hij had loon voor ogen. Hij bleef standvastig als zag hij de Onzichtbare. Wie had Mozes dus voor ogen? Mozes had de Heere Jezus voor ogen! Hij lette scherp op de Heere Jezus, kunnen we vandaag zeggen. En denkt u aan die andere geloofsgetuige die we in het Bijbelboek Handelingen tegenkomen, Stephanus. Vrijmoedig getuigt hij daar voor de hoge raad. Zijn getuigenis wordt verworpen, ze worden woest. Hun harten barstten van woede en ze knarsen hun tanden tegen hem. Maar hoe houdt Stephanus het vol? Door te zien naar de hemel. En dan mag hij de heerlijkheid van God zien en Jezus, staande aan de rechterhand van God!

Ze slepen hem de stad uit en stenigen hem. Maar Stephanus ontvangt kracht, omdat hij zijn oog op Jezus gericht houdt. Zo mag Stephanus het ook zeggen als hij sterft: “Heere Jezus, ontvang mijn geest.” In de laatste momenten van zijn lijdensweg en schande. Hij let scherp op de Heere Jezus. Door Jezus’ kracht kan hij toch overwinnen. Kunnen al Gods kinderen het volhouden. Want zij zien op de Leidsman en Voleinder van het geloof. Dan ontvang je verlossing, dan ontvang je in Hem de kracht die nodig is.

Nu, broeders en zusters, dat is het mooie van deze oproep. Als u op De Heere Jezus ziet. Als u sterk op Hem let, dan hoef je ook niet te verzwakken en dan hoef je ook niet te verslappen. Want er is geen zwakheid en er is geen slapheid die zo groot is, dat de Heere Jezus het niet zou kunnen overwinnen. Nee, Hij kan u verlossen. Hij kan u altijd kracht geven en sterken. Als u maar let op Hem. Steeds weer. Hij is immers de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft alles volbracht, Hij heeft alles doorstaan. Hij weet hoe het is. En Hij bleef trouw om u en jou te verlossen. Hij is vooruitgelopen, Hij is vooruitgesneld. De Koploper, die Kampioen werd. De Overwinnaar. Hij is de bestemming van uw geloof. En als u volhoudt, als u trouw blijft, dan mag u straks zijn daar waar Hij is. Hij staat bij de finish al op u te wachten. En Hij helpt u. Dag voor dag. Stap voor stap. Hou vol. Zie op Hem! Amen.

Gespreksvragen voor (jong) volwassenen

  1. Als het je tegenzit, wat helpt je dan om je te richten op de Heere Jezus?
  2. Hoe kan je aan de ene kant terecht hulp en troost van mensen verlangen en aanvaarden, maar tegelijk aan de andere kant niet je hoop op mensen stellen?
  3. Hoe zou je kunnen opmerken dat iemand verzwakt of bezwijkt in het geloof? Hoe zou je iemand daar dan op kunnen aanspreken?
  4. Stelling: als je in de afgelopen week niet eenmaal hebt getuigt van je geloof, dan blijkt daaruit dat je bezwijkt voor de tegenstand vanuit de maatschappij

Gespreksvragen voor kinderen

  1. In de preek hoorden we dat we moeten letten op de Heere Jezus. Noem eens een aantal mensen die aan jullie vertellen over de Heere Jezus?
Gepubliceerd inPreek

Reacties zijn gesloten.