Ga naar de inhoud

Preek 2 Kon. 4:1-7

Een biddag-preek over een weduwe in nood. Ze heeft geen man en geen geld. Wel twee kinderen, waar ze voor moet zorgen. Ziet de Heere haar nood? Wil de Heere ook voor haar zorgen? Dan doet de weduwe iets, wat wij vandaag ook moeten doen. Bidden. Biddag voor een weduwe in nood. Als onderwijs en een lichtend voorbeeld voor ons vandaag.

Liturgie
Psalm 25:6
Psalm 36:2 (na wet)
Psalm 146:3,4,5,7 (na Schriftlezing)
Psalm 121:1,2 (na preek)
Psalm 67:3 (na geloofsbelijdenis)
Gezang 5:5

Schriftlezing 1 Kon. 19:1-8, 15-21
Tekst 2 Kon. 4:1-7

Preek 2 Kon. 4:1-7
Door ds. C. Koster

Biddag voor een weduwe in nood

  1. Ze vraagt hulp aan de HEERE
  2. Ze ontvangt meer dan ze vraagt
  3. Daarvoor dankt ze de HEERE

Geliefde gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Misschien heb je dat wel eens gedacht, Of heeft u het wel eens gezegd. “Ik begrijp de wegen van de Heere niet? Ik snap niet waarom het zo moet gaan in mijn leven? Waarom ik mijn geliefde man of vrouw of kind moet missen? Ik begrijp niet waarom er zoveel leed en verdriet is in deze wereld.” Zo vaak is het niet makkelijk om Gods wegen te begrijpen en te aanvaarden. Om op God te vertrouwen, ook als het tegenzit.

Nu, in de tekstverzen van vanavond lezen we ook over deze worsteling. Het is een heel verdrietige geschiedenis. We komen een vrouw tegen. Een verdrietige vrouw. Waarom is ze zo verdrietig dan? Wat is er aan de hand?

Deze vrouw is een weduwe. Dat betekent dat ze getrouwd was met een man. Maar haar man is gestorven, hij leeft niet meer. Waarschijnlijk is de vrouw uit onze geschiedenis een jonge vrouw.

Zo leeft zij, zonder haar man, en samen met twee kinderen die zij en haar man hadden gekregen. Maar haar kinderen zijn nog jong. Ze kunnen buitenshuis nog niet werken voor geld. Deze vrouw moet voor zichzelf zorgen en voor haar kinderen.

Ze wil het heel graag. Ze kan ook goed voor haar kinderen zorgen. Maar ze heeft niet genoeg geld. En er moet toch brood zijn en drinken en kleren. Dus om zichzelf en haar kinderen in leven te houden leent ze geld van andere mensen. Zo krijgt ze schulden, ze moet het geleende geld terug betalen. Maar ja, ze kan niet anders, ze moet toch eten? Misschien dat haar jongens later kunnen gaan werken en geld verdienen. Zodat ze het geld dan wel kan terug betalen.

Maar dan komt er een groot probleem voor deze weduwe. Want die man, van wie ze het geld had geleend, die wil zijn geld terug hebben. Hij had dat geld immers niet gegeven, maar uitgeleend. Het is zijn geld. En nu wil hij het weer terug hebben. Maar de vrouw kan het niet betalen. En dat zegt ze daarom ook tegen die man: ik kan het niet betalen. Maar wat nu? Hoe moet dat nu verder? Wat kan ik doen? Want die meneer die zijn geld wil hebben, heeft geen medelijden met haar. Hij wil zijn geld terug, punt uit. En daarom zegt hij tegen haar: Als je niet kan betalen, dan geef je je twee kinderen maar aan mij. Dan koop ik die kinderen van je. Zij worden dan mijn slaven. En dan heb jij geen schuld meer bij mij.

Dat is erg! Dat wil die vrouw natuurlijk niet. Haar eigen kinderen, die zal ze nooit verkopen. Ze moet haar man al missen. Haar kinderen wil ze al helemaal niet kwijt.

Maar ze heeft wel een groot probleem. Ze wil haar kinderen niet verkopen, maar ze heeft ook geen geld om de schuld te betalen aan die meneer. Wat verschrikkelijk. Ze weet niet hoe ze zich hieruit kan redden. Ze ziet geen oplossing in dit grote probleem.

Wat een moeilijke situatie voor deze vrouw. En er is iets wat het nog ingrijpender maakt. Deze vrouw was namelijk getrouwd met een leerling profeet. Wat is dat, een leerling profeet? Dat is een profeet, die zelf onderwijs kreeg van Elisa. Om zo opgeleid te worden tot een profeet die de Schriften kende.

Haar man wilde de Heere van harte dienen. Dat zegt deze weduwe ook in onze tekst. Haar man vreesde de Heere. Hij had de Heere van harte lief. En deed ook wat de Heere van hem vroeg. Hij ging niet ongehoorzaam eigen wegen, maar was aan God gehoorzaam.

Waar is de Heere dan, in deze moeilijke situatie voor de vrouw, nu haar man overleden is? God zorgt toch voor je, als je van harte de Heere dient? De Heere zal toch ook voor deze vrouw zorgen? Of ziet de Heere haar nood helemaal niet?

Maar hoe kan het dat niemand uit haar omgeving haar hielp? De wetten in Israël bepaalden toch dat je juist de weduwe en de wees moest helpen? Die mensen zijn kwetsbaar in de samenleving, die mocht je niet vergeten. Hoe kan het bij deze vrouw dan zo misgaan?

Dat is tekenend voor die tijd. Het was een tijd waarin de afgod Baäl werd gediend door veel Israëlieten. We hebben daarover gelezen in de Schriftlezing. Het was een tijd waarin veel mensen niet leefden naar de geboden van de Heere. Om dan profeet of leerling-profeet te zijn was moeilijk. Dan had je een leven vol gevaren. En was je er ook niet zeker van dat er voor je levensonderhoud, je eten en drinken, gezorgd werd. Dat blijkt wel uit het verhaal van deze weduwe. Ze kreeg geen steun. Het leek wel, alsof ze aan haar eigen lot was overgelaten.

En dan kan je de vraag stellen: ziet de Heere haar dan niet? Zorgt de Heere dan niet voor haar?

Nu, dat doet de Heere wel. De Heere zorgt voor zijn kinderen. Altijd en overal. Dat geldt voor deze weduwe uit onze tekstverzen. Dat geldt ook voor u en jou vandaag. De Heere zorgt voor zijn kinderen. De Heere zorgt voor iedereen die Hem dient en liefheeft.

Maar dat betekent niet dat je de Heere altijd kunt begrijpen. Dat je de wegen van de Heere altijd doorgrondt en snapt. Dat zien we bij deze weduwe. Ze is ten einde raad. Ze weet niet hoe het verder moet.

En wat doet deze vrouw uit onze tekstverzen? Wat is het enige goede wat ze kan doen en moet doen? Ze gaat naar Elisa! Elisa is de profeet van de HEERE uit die tijd. Een man die in dienst van de Heere staat. En ze vertelt heel haar situatie aan de Elisa, deze profeet. Ze stort haar hart uit bij Elisa. Ze weet niet hoe het verder moet. Ze is ten einde raad. En ze vraagt aan Elisa, wat moet ik doen. Help mij.

En eigenlijk vraagt ze dat niet aan Elisa. Ze vraagt het via Elisa aan de Heere zelf. Deze vrouw stort zo haar hart uit bij de Heere. Het is heel mooi en heel dat ze dat doet. Want de Heere weet alles. De Heere kent haar. En juist daarom zal de Heere niet schrikken van haar vraag. Nee, ze mag juist haar hart uitstorten bij God, en Hem om hulp vragen. Ze bidt de Heere om haar nood en moeite. Biddag voor deze vrouw in nood.

Waarom moet deze vrouw dan zelf naar Elisa toe? Waarom helpt de Heere haar dan niet meteen? Had de Heere deze moeilijke situatie niet kunnen voorkomen?

Nu, waarom de Heere het zo leidt, dat staat er niet bij. Maar wat heel bijzonder is om te zien is het geloof van deze vrouw. En dat ze haar nood uitspreekt aan de Heere. Want dat wil de Heere. Dat je je nood, je verdriet, je moeite uitspreekt bij Hem. Dat u het noemt aan Hem. Hij weet alles al. En tegelijk wil Hij uw moeiten en zorgen, uw vreugde en dankbaarheid graag horen. Waarom dan? Nu, als je je hart uitstort bij de Heere, dan laat je zien dat je je ook daadwerkelijk afhankelijk weet van de Heere.

Dat kennen we toch ook van die bekende Psalm. Open maar uw mond, bidt tot mij vrijmoedig. Pleit op mijn verbond, al wat u ontbreekt. Schenk ik als u het smeekt, mild en overvloedig.

De Heere zegt daarom tegen u en tegen jou: Open uw mond, bidt tot de Heere. Vraag het de Heere. Smeek de Heere in uw nood en uw moeite. Dan zal de Heere schenken en geven alles wat nodig is. En dat is precies wat deze weduwe doet. Ze smeekt de Heere om hulp.

En dan geeft de Heere via Elisa ook uitkomst in de nood. Dat is het tweede gedeelte. Elisa hoeft er niet lang over na te denken. Hij vraagt haar: Wat kan ik voor u doen? Wat heeft u in huis?

De vrouw heeft niet veel meer in huis. Ze is een arme vrouw. Ze heeft haast niets meer. Alleen een klein flesje met olie. Een kruikje met olie.

Ze moppert niet dat ze alleen maar dat beetje olie heeft. Ze beseft dat ze ook dat beetje olie uit Gods hand mocht ontvangen. Maar tegelijk is dat wel het enige wat ze heeft. En omdat ze in die tijd olie gebruikten voor van alles. Brood bakken, eten koken, je huid in smeren. Is dat kleine beetje olie snel op. Dit kleine beetje olie is te weinig voor het grote probleem wat deze vrouw heeft. Van dat beetje olie kan ze niet leven. En kan ze haar twee zoons niet uit de handen van die schuldeiser houden.

Dan geeft Elisa haar een hele bijzondere opdracht. Ze moet kruiken gaan verzamelen. Kruiken dat zijn zeg maar flessen, waar je water of olie in kan doen. Ze moet kruiken lenen van buren, van vrienden. Zo veel mogelijk kruiken.

Wat een vreemde opdracht… Waar heeft ze al die kruiken voor nodig? En wat zal iedereen om haar heen niet denken. Deze arme vrouw heeft niets, waarom heeft ze dan al die kruiken nodig. Ze maakt zichzelf haast een beetje belachelijk. Toch gaat deze weduwe de kruiken verzamelen. En zo haalt ze allemaal kruiken bij elkaar, grote kruiken, hoge kruiken, kleine kruiken. Haar huis staat er vol mee. Je ziet het voor je, een klein huisje. Vol kruiken, je kan bijna geen voet verzetten, of je stoot een kruikje om. Je ruikt het aardewerk van al die lege kruiken, het huis is er vol van.

Waarom moet ze die kruiken verzamelen? Nu, dat zegt Elisa, vers 4: “Ga dan naar binnen en sluit de deur achter u en achter uw zonen. Giet vervolgens olie in al die ​kruiken, en zet weg wat vol is.”

Het is heel bijzonder om te zien dat de Heere hier aansluit bij wat de vrouw wel heeft. Van het weinige wat ze heeft maakt de Heere genoeg. Ja, meer dan genoeg.

Dat is typerend voor de wonderen van de Heere. Dat doet de Heere vaker. Denkt u aan het kruikje van de weduwe van Sarfat. Denkt u aan de Heere Jezus, bij twee keren dat Hij een grote menigte mensen op wonderlijke manier te eten geeft. Ook dan vraagt Hij aan de discipelen om de schare te eten te geven. En ook dan vraagt Hij: wat heeft u, wat is er voor handen. En van wat er is maakt de Heere Jezus dan overvloed, genoeg voor iedereen. Met nog manden eten over.

In die wonderen, en ook in de geschiedenis waar we vanavond bij stilstaan, zien we de almacht van de Heere. Hij is God, de Schepper van hemel en aarde. En als almachtige God zorgt Hij voor zijn volk! Wat in mensenoog veel te weinig lijkt, daar maakt de Heere overvloed van. Dat gebeurt heel wonderlijk in deze geschiedenis. Maar misschien herkent u daar ook wel iets van in uw eigen leven. Dat je soms denkt: ik redt het niet, tot het einde van de maand. Ik hou het niet vol, in welk opzicht ook. Ik kom er niet. Maar dat de Heere dan toch hielp en er voor zorgde dat er genoeg was. Dat je verder kwam. Dat er uitkomst werd geschonken. Een geschenk uit Gods hand.

En als je over dit wonder van deze weduwe hoort, dan kunnen er allerlei gedachten boven komen. Kan dat wel? Uit zo’n klein flesje olie? Dat je daar een grote fles olie mee vult? En de volgende en nog één en nog één? Hoe gaat dat dan? En hoe zwaar moet dat kleine kruikje gevoeld hebben? Hoe gaf de Heere dat wonder?

Nu, die vragen klinken misschien wel logisch. Misschien heb jij, heeft u daar wel over nagedacht, toen we deze tekstverzen lazen. Maar eigen zijn die vragen helemaal niet belangrijk. De Heere wil dat we vooral oog hebben voor het grote wonder van de Heere. De Heere helpt hier een vrouw in nood. Deze weduwe ging met haar nood naar Elisa toe, ja, ze ging ermee naar de Heere toe. En nu doet ze ook gehoorzaam wat ze moet doen. Ze doet wat de Heere van haar vraagt.

Dat is zo belangrijk. Niet alleen dat u uw nood en moeite bij de Heere neerlegt. Maar ook dat u gehoorzaam blijft doen wat Hij van u vraagt. Zodat uw moeiten er niet voor zorgen dat u verkeerde dingen gaat doen. Ook daarin geeft de Heere in deze vrouw u en jou en mij het goede voorbeeld. Ze gelooft de Heere. En ze doet gehoorzaam wat Elisa haar opdraagt. Ze vraagt niet: hoe kan dat dan? Ze zegt niet: dat kan niet, onmogelijk. Ze denkt ook niet: wat vinden de buren ervan? Nee, ze doet het. Ze gehoorzaamt.

En als ze dan al die potten en flessen heeft verzameld van buren en vrienden. En heel haar huis staat voor potten. Dan moet de deur dicht. Het wonder dat God gaat geven moet niet alle aandacht krijgen. Er moeten letterlijk en figuurlijk geen pottenkijkers bij. Het gaat niet om het wonder zelf. Het gaat om de God van dit wonder. En de genade en liefde van God voor deze vrouw. Dat de Heere haar helpt in haar nood. Nieuwsgierige buren, die misschien wel willen zien wat er met hun potten en flessen gaat gebeuren. En ook al onze nieuwsgierige vragen. We moeten het allemaal even buiten de deur zetten. En zien op de Heere, die hier een vrouw helpt in haar nood.

En als de deur van hun huis dan dicht zit. En de vrouw begint met gieten uit dat kleine flesje. Dan gebeurt daar iets heel bijzonders. Ze giet zo vanuit dat kleine flesje olie in een grote kruik. En ze blijft maar gieten en blijft maar gieten… Totdat die grote kruik helemaal vol zit. En dan pakt haar zoon de kruik weg en de andere zoon geeft de volgende lege kruik aan. En zo vult de vrouw de ene na de andere kruik en fles. En nog een en nog een. Allemaal uit dat ene kleine flesje, wat die vrouw nog had. Het huis, waar eerst al die lege kruiken stonden, is nu bezet met volle kruiken. En die geur van het aardewerk van die kruiken is weg. Je ruikt nu alleen nog maar die herkenbare geur van olie. Kruiken vol met olie. Wat een groot wonder.

Deze vrouw was eerst verdrietig en wanhopig. Hoe moest het verder met haar en haar twee zoons. Maar voor haar ogen gebeurt een wonder van de Heere. Haar verdrietige gezicht verandert in een grote glimlach. Wat bijzonder. Wat de profeet Elisa zei is waar. De Heere geeft olie in overvloed. Het gebed van deze weduwe is verhoord. Ze is gered in haar nood!

“Kom zoon, geef nog een kruik, deze is al weer bijna vol.” “Nee, mam, er is geen kruik meer. Alle kruiken zijn vol. Er is geen lege kruik meer overgebleven.” En dan houdt de olie op met stromen. Alle kruiken zijn vol. Ja, behalve dat ene kleine flesje, waar ze alles uitgegoten heeft. Het weinige wat ze had in dat kleine kruikje is op. Maar het is geworden tot een grote overvloed aan olie. Wat een groot wonder. Uit dat kleine flesje heeft ze al die potten en flessen gevuld.

Normaal geeft de Heere olie via het groeien van planten. Het uitpersen van de zaden. En dat je via die weg van groeien en werken daar dan olie uit mag krijgen. Maar hier geeft de Heere dat zomaar, zonder werk van mensen. Olie als wonderlijk geschenk uit Gods hand. Wat onmogelijk is voor mensen, dat heeft God gedaan.

Dat is heel goed zichtbaar bij die weduwe daar en toen. De Heere geeft een wonder. Maar eigenlijk is ons eten en drinken altijd een bijzonder geschenk van de Heere. Het is altijd een geschenk uit zijn hand. Brood en drinken, kleren, gezondheid, het lijkt vaak heel gewoon. Maar het is de Heere die de planten doet groeien. Graan en mais en komkommers en tomaten. En Hij zorgt ervoor dat we het kunnen eten. Hij geeft gezondheid, Hij geeft kleren, Hij geeft een dak boven ons hoofd.

En soms, in bijzondere situaties, dan geeft de Heere dat met een buitengewoon geschenk. Zoals aan deze weduwe. Een wonder, waarin de Heere zorgt voor dit gezin, wat het zo moeilijk heeft.

En wat doet de vrouw dan? Gaat ze meteen aan de slag? Nee, heel opvallend is het, dat ze eerst naar de profeet Elisa terug gaat. Blijkbaar vindt ze het zo indrukwekkend. Blijkbaar is ze zo dankbaar. Ze wil naar de profeet toe om te vertellen wat er gebeurd is. Ja, ze gaat naar de Heere toe, om het grote wonder te vertellen aan de Heere. Dat is het derde gedeelte van de preek.

Dankbaarheid is voor ons mensen vaak zo lastig. Je hebt een probleem. Je brengt je moeite, je verdriet, je probleem bij de Heere in gebed. En als je dan na verloop van tijd merkt dat Hij geholpen heeft. Dat je verder bent gekomen. Dan is het zo belangrijk om de Heere daarvoor ook te danken. Maar wat vergeten we dat snel. Wat gaan we soms zomaar weer gewoon over tot de orde van de dag. En denken we dat we het zelf wel weer verder kunnen redden. Ondankbaar, als we mensen kunnen zijn…

Maar bij deze weduwe gaat het anders. Zij gaat naar Elisa, ja zij gaat naar de Heere zelf toe. Ook na dit wonder weet zij zich afhankelijk van de Heere.

In onze tekst staat: “Zij kwam en vertelde het de man Gods.” Ze vertelt het hele verhaal aan Elisa. En wat zegt Elisa? “Hij zei: Ga de olie verkopen en betaal uw schuldeiser. En wat u en uw zonen betreft, u kunt leven van wat overblijft.” Zo geeft Elisa heel concreet de volgende opdracht. De olie mag ze verkopen. Zodat ze geld heeft. En ze de man bij wie ze schulden had kan afbetalen. Wat een opluchting. Haar twee zoons hoeven niet verkocht te worden als slaaf. Ze hoeven geen slavendienst te verrichten. Ze mogen als gezin bij elkaar zijn. Wat blij, wat dankbaar, wat mooi. Ze was haar man al verloren. Om ook nog haar twee zoons te verliezen, dat moet helemaal verschrikkelijk zijn. Maar nu hoeft dat niet meer. Wat een genade van de Heere.

En wat ook zo bijzonder is. Er is niet alleen genoeg olie en dus geld voor die schuldeiser. U kunt leven van wat er overblijft, zegt Elisa. Dus de Heere geeft hier dubbele genade. Ze krijgt uitkomst voor de schuld die ze had. Maar ze heeft ook genoeg om van te leven in de komende tijd. Een overvloedig geschenk van de Heere. Onverdiende hulp van God.

De Heere laat in deze geschiedenis zo duidelijk zien wie Hij is. Hij ontfermt zich over zijn kinderen. Wie dagelijks met de Heere leeft. Wie elke dag de Heere liefheeft en dient. Die mag ook echt er op vertrouwen dat de Heere zorgt. Als je God zoekt en eert in je leven, dan hoef je niet bang te zijn. Ook al lijkt het er soms op dat God het niet ziet. En kan er grote moeite in je leven zijn en weet je niet hoe het verder moet. De Heere geeft uitkomst. Je mag vrijmoedig je mond openen, je mag echt bidden tot de Heere. Hij hoort, Hij geeft, mild en overvloedig!

En zelfs als je de Heere verdriet doet. Als je niet leeft naar zijn geboden. Ook dan mag je naar de Heere toegaan. En bidden om zijn hulp. Maar dan wil Hij wel dat je echt op Hem gaat vertrouwen. En dat je voortaan Hem gaat volgen in je leven. En dat je stopt met het doen van verkeerde dingen. Want dat wil Hij zien. Je hartelijke liefde, je geloof, je afhankelijkheid van Hem.

Gelukkig hoeven wij vandaag de dag niet meer naar een profeet. Nee, wij mogen rechtstreeks tot God zelf bidden. Dat heeft Gods Zoon Jezus Christus ons zelf geleerd. “Onze Vader, die in de hemelen zijt.” Jezus Christus zorgt ervoor dat onze gebeden worden verhoord. Gods eigen Zoon heeft ons verlost. Wie in Hem gelooft is aangenomen als kind van God. Dan mag je ook weten: God is mijn Vader, ik vertrouw op Hem, Hij zorgt voor mij.

Jezus Christus liet dat zelf ook zien, in de wonderbaarlijke spijziging. Hij voedt een enorme schare met maar een paar broden en vissen. Hij laat zien dat Hij de Zoon van God is. En dat Hij als Gods Zoon zorgt voor Gods kinderen. Zo zorgt Hij ook nu voor u en jou. Als je de Heere liefhebt, als je in Jezus Christus gelooft, dan zorgt Hij. Hij geeft eten en drinken. Hij vergeeft je zonden en fouten. Hij schenkt kracht en trouw. Hij zorgt voor je.

En als we dit grote wonder en de genade van de Heere hebben gezien bij deze weduwe. Dan is nog één ding belangrijk om u op te wijzen. En daarmee ronden we af. Want we zien hier bij deze weduwe dat de Heere niet al haar verdriet wegneemt. Kijk maar naar deze weduwe. Zij krijgt overvloed uit Gods hand. Ze ontvangt op wonderlijke manier olie. En ze is geholpen in haar grote probleem. Maar haar man heeft ze niet terug. En de kinderen hebben hun vader niet terug. De vrouw is nog steeds weduwe. Dat verdriet draagt ze nog steeds bij zich. Het is niet zo dat als je gelooft, dat dan al je problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon.

En toch helpt de Heere. Heel bijzonder. Deze weduwe heeft olie, ze heeft geld, ze mag haar zoons houden. De Heere hoort en verhoort. Vast en zeker. Op zijn tijd, op zijn manier. Maar Hij hoort. Hij helpt. Hij redt zijn volk uit alle nood. Hij ziet om naar weduwen en wezen. Hij ziet om naar ieder die de Heere dient.

Dat geldt voor de weduwe daar bij Elisa. Dat is vandaag niet anders. Met je vreugde, met je verdriet. Met je zonden, met je strijd. Je mag ermee naar de Heere. Je mag het Hem vertellen. Als je bij Hem aanklopt. Dan geeft Hij. Hij geeft in zijn genade alles wat je nodig hebt. Zelfs meer dan dat. Ja, dan mag je leven van zijn overvloed. Amen.

Gepubliceerd inPreek

Reacties zijn gesloten.