Ga naar de inhoud

Preek Zondag 22 HC

We kunnen veel praten over dit leven. En over het beëindigen van dit leven. Maar hoe zal het zijn in het leven hierna? Een preek over de bijzondere hoop en verwachting, die christenen mogen hebben.

Liturgie
Psalm 91:1
Psalm 31:2,4 (na wet)
Psalm 30:2, 3, 5, 7 (na Schriftlezing)
Psalm 43:4,5 (na preek)
Psalm 31:11,14 (na geloofsbelijdenis)
Gezang 22:2,3

Schriftlezing 1 Kor. 15:35-49 en NGB art. 37, laatste alinea
Tekst Zondag 22 HC

Preek Zondag 22 HC
Door ds. C. Koster

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus,

Er wordt veel nagedacht en gesproken over het einde van het leven. Het einde van je leven moet je zelf vrijwillig kunnen bepalen. En de manier waarop dat gebeurt, moet zoveel mogelijk aan de eigen wensen voldoen. En abortus, wat helaas in Nederland zo vaak wordt toegepast, wel 30.000 keer per jaar. Dus zo’n 80 keer per dag wordt het leven beëindigt in de moederschoot. En nog een heel ander voorbeeld, in het kader van de nieuwe donorwet roept de overheid iedereen op om na te denken over je sterven. Niet om daar nu een negatief of positief oordeel over te geven, maar het is een voorbeeld waar in u wordt opgeroepen om na te denken over het moment van je sterven.

En wat in dit alles opvalt, is dat het om dít leven gaat. Je leven hier en nu bepaalt de toon van de discussie. Je moet zelf voor je levenseinde kunnen kiezen, omdat je zelf de lengte en kwaliteit van leven in handen moet hebben. Je moet zelf kiezen voor het leven in de moederschoot.

Maar, hoe zit het nu na dit leven? Wat gebeurt er dan met degene die overlijdt? Met die man of vrouw die euthanasie pleegt. Of dat kindje, wat gedood wordt in de moederschoot? Dat zijn ernstige vragen. Belangrijke vragen.

Want de dood is zo aanwezig in ons leven. Of we het nu willen of niet, iedereen wordt haast dagelijks geconfronteerd met de dood. Denkt u aan het ernstige, tragische ongeluk in Oss. Of aan de aanslag, die voorkomen is, in de afgelopen week.

En bij al die keuzes en situaties, van rampen en terrorisme, tot euthanasie en abortus, zie je steeds weer: hoe je denkt over het leven na dit leven is allesbepalend is voor je leven hier en nu. Hoe je in dit leven staat, dat wordt beïnvloed en bepaald door de vraag: hoe sta je ten opzichte van de dood en het leven na de dood. Denkt u bijvoorbeeld aan een begrafenis of in rouwadvertenties. Mag daar troost en hoop zijn, uitzicht op leven? Of is er verdriet, zonder antwoord, zonder uitkomst, zonder hoop?

En mag ik dan die vraag ook vandaag aan u stellen. Hoe is dat voor u, voor jou? Staat u alleen stil bij dit leven? Of denkt u ook na over het leven hierna? En wat zegt u daar dan over? Wat gelooft u wat er gebeurt over de grens van dood en graf? Als u afscheid hebt moeten nemen van geliefden? Uw vader of moeder, uw man of vrouw, je broer of zus, je zoon of dochter. En hoe zal dat zijn u, voor jou, als je zelf zou komen te overlijden?

Mag er dan toch, ondanks verdriet en gemis, toch leven en vreugde zijn? Of is er slechts angst voor het onzekere? Moeite voor het onbekende land?

De opgestane Christus verkondigt eeuwig leven en vreugde in zijn nabijheid
1. Met lichaam en ziel
2. In dit en het komende leven

Als we spreken over de eerste momenten van een mensenleven, in de moederschoot. En over de laatste momenten, van sterven en daarna. Dan moet ik deze preek beginnen bij Jezus Christus. Want Hij is de eerste en de laatste. De alpha en de omega. Het begin en het einde.

Ja, door Hem is deze wereld geworden. En Hij is ook de enige, die ons kan vertellen over het hiernamaals. Over het leven na dit leven. Want Hij is zelf in de dood geweest, en is weer levend geworden. Hij is de opgestane Heere. Hij kan ons vertellen over het hier en nu en over wat komt.

En dat heeft Jezus Christus ook gedaan. Hij heeft in zijn verkondiging zoveel laten zien. Bijvoorbeeld als het gaat over het moment van sterven. Waar zijn onze overleden geliefden? Wat gebeurt is als ik kom te overlijden? Is er dan een soort diepe slaap, een coma, tot het moment van Christus terugkomst? Wordt onze ziel bij wijze van spreken even in de vrieskast gezet, en daar weer uitgehaald als Christus terugkomt?

Nu, Jezus Christus laat zien dat dat niet het geval is. In het verhaal van de Heere Jezus over de rijke man en de arme Lazarus, Lucas 16. Daar laat de Heere Jezus zien wat er gebeurt met hen, als ze overlijden. Lazarus mag direct bij God zijn, in de hemel. Lazarus wordt meteen na zijn sterven door engelen gedragen in de schoot van Abraham. Maar de rijke man slaat zijn ogen op in de hel, zegt Jezus.

Het is een verhaal, wat Jezus Christus vertelt, maar het is zeker geen sprookje. Het is een vertelling, gebaseerd op de werkelijkheid. Juist zo’n belangrijk element in dit verhaal, het leven, direct na het sterven, is niet verzonnen. Hij beschrijft de werkelijkheid: wie gelooft wordt terstond opgenomen bij de Heere.

En precies zo is het antwoord van de Heere Jezus aan de Sadduceeën in Lucas 20. De Sadduceeën geloven niet in de opstanding van de doden of enig leven na de dood. Dood is dood, zeggen zij. Maar de Bijbel openbaart ons weldegelijk dat het leven doorgaat, ook na het sterven. Kijk maar, zegt Jezus Christus, wat er staat over de God van Abraham, Izaäk en Jacob. Op het moment dat zij alle drie niet meer leefden zei God dat Hij wel de God is van Abraham, Izaäk en Jacob. God is niet een God van doden. Voor Hem leven zij, ook al zijn zij gestorven.

Daarin ziet u, gemeente, dat wie Jezus Christus kent in dit leven. Hem ook mag kennen na dit leven. Die verbondenheid met uw Verlosser Jezus Christus stopt niet. Ook niet in de dood. Zo zingen we dat straks ook in Gez. 22: en geen macht van dood en graf, rukt mij ooit van Jezus af. De Heere Jezus zorgt voor hen, die bij Hem horen. Hij houdt ze vast en draagt ze over de dood en graf heen, naar het eeuwige leven.

Daarom kon de Heere Jezus ook het evangelie verkondigen aan de man naast Hem aan het kruishout, Luk. 23. De veroordeelde aan het kruis zegt tegen Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent. En dan antwoord de Heere Jezus: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn. De verbondenheid met Jezus Christus, die toen was begonnen daar aan het kruishout. Dat was een verbondenheid voor eeuwig. Een verbondenheid zonder onderbreking, ook niet door de dood. Heden, meteen na het overlijden, zult u in het paradijs zijn.

En dat uw Verlosser daar al is, dat houdt een machtige belofte in. Want Hij is daar al met zijn menselijke lichaam. Hij is immers opgestaan uit de dood. Hij had zijn lichaam weer terug ontvangen. En waar al die overleden mannen en vrouwen en kinderen nu zijn in de hemel zonder lichaam. Daar is Jezus met een menselijk lichaam. En het feit dat Jezus met lichaam daar is, dat is belofte. Want daarin mag u zeker weten: ook uw lichaam mag u terug ontvangen. Ons lichaam wordt opgewekt. Dit mijn vlees, zegt de Heidelbergse Catechismus. Mijn eigen lijf. Als het lichaam sterft, dan is dat geen stoffelijk overschot. Nee, het is het eigendom van Jezus Christus, met zijn kostbaar bloed heeft Hij ook mijn lijf gekocht. En ook als het lichaam sterft is het nog steeds niet van mijzelf, maar van mijn Heere Jezus Christus.

En de Heere Jezus zal er dan voor zorgen, dat niet de ziekte in mijn lijf overwint. Dat niet de aftakeling het laatste woord heeft. Dat de dood niet het zwijgen op legt. Want Jezus Christus zal mij opwekken.

Dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden. En dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden, zegt Paulus in 1 Kor 15. En in Fil. 3 zegt Paulus dat de Heere ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam.

Maar als de Heidelbergse Catechismus zegt ‘dit mijn vlees’, hoe moet ik me dat dan voorstellen? Sta ik dan op, met gebreken, moeiten, vermoeidheid, ouderdom?

De Heere laat ons in 1 Kor. 15 zien hoe het zal gaan. We weten niet precies hoe ons lichaam er dan uit zal zien. Maar we weten wel dat het een menselijk lichaam is, dat dan door de Heilige Geest geregeerd wordt. En dat lichaam is wel anders, maar het is toch ons lichaam. Paulus vergelijkt dat met een graankorrel, die je in de aarde zaait. Die korrel doe je in de aarde en die korrel moet sterven. Dan komt daar uit die korrel een plant voort. Uit een graankorrel groeit graan, daar kan niet iets anders uit voort komen. Maar graan lijkt nu niet op de graankorrel.

Nu, zo is het ook met het menselijk lichaam. Als je sterft, dan zaai je dat lichaam in de aarde. En als Jezus Christus dan terugkomt, dan zal het opstaan in heerlijkheid. Het is en blijft een menselijk lichaam. Maar dan wel anders, heerlijk, verlost.

Wat een troost, gemeente. Vooral voor die broeders en zusters, u, die bij het ouder worden ook merkt dat uw krachten afnemen. Dat uw lichaam of uw geest u steeds meer in de steek laat. En dat u misschien wel bezorgd bent hoe het verder zal gaan de komende tijd. U mag weten: ik ben van Jezus Christus, naar ziel en lichaam. Ik ben zijn eigendom, ook in mijn ziekte en ook straks, als ik zal moeten sterven. Hij zal u bewaren, ook als u de grip op uw gedachten of uw krachten kwijt bent. Hij zal u bewaren, ook als dit leven zal moeten loslaten. Ja, Hij zal zelfs uw lichaam bewaren, door het weer op te wekken als de Heere Jezus weer terugkomt. Dan zal werkelijkheid worden dat de dood is verzwolgen in de overwinning. Ieder die overleden is, van zeer jong tot zeer oud, krijgt zijn lijf terug, verheerlijkt, zonder zonde en gebrek. Om zo God eeuwig te loven en te prijzen. Daar mag u zich aan vasthouden, broeders en zusters. Daar mag u mee getroost zijn, gemeente. Dit alles mag u ontvangen, gemeente. Het is een genadegave uit de hand van God. Beloften, die Hij u geeft. Ik geloof de opstanding van het vlees en een eeuwig leven.

Het spreekt niet vanzelf, dat doden weer opgewekt zullen worden. U krijgt dat op grond van de verdienste van Jezus Christus. Dat zegt Paulus in Fil. 3 er ook echt bij. Het is een geschenk van Christus. Hij zal uw lichaam veranderen. En Hij zal dat doen overeenkomstig de werking waardoor Christus ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen. Die enorme kracht en macht die Jezus Christus heeft gebruikt Hij, om de zijnen een nieuw, verheerlijkt lichaam te geven.

Want kijk, zij die niet bij Christus horen, zullen ook opgewekt worden. Maar die krijgen niet uit de hand van Jezus Christus een verheerlijkt lichaam. Zij staan ook niet op in gemeenschap met Christus. En zij ontvangen ook niet een nieuw leven. Integendeel, hen wacht het eeuwig oordeel. Dat is onbevattelijk voor ons. Maar de Schrift spreekt daar wel heel eerlijk over. Als waarschuwing en appel. Weet dat het ernst is, hier op aarde. Weet dat het noodzakelijk is dat u gelooft en zich bekeert tot God.

En wat is het dan rijk, gemeente. Als je mag horen bij God. Wat is het nodig, dat u, dat jij gelooft het evangelie van Jezus Christus. Het evangelie, dat eeuwig leven geeft in de gemeenschap met Jezus Christus, uw Redder.

En, hoe zal dat eeuwige leven er dan uitzien? Hoe zal dat zijn, om in de eeuwigheid bij God te zijn? U weet wel dat daar allerlei ideeën van zijn. Maar het is opvallend dat de Bijbel er zo weinig over zegt. De Heere zet het eigenlijk als een soort geschenk klaar voor ons, om het te ontvangen en open te maken als het zover is. De Heere openbaart er wel iets over, maar veel vragen van ons blijven onbeantwoord. Daarover spreekt v/a 58 van de Heidelbergse Catechismus, dat is tegelijk het tweede gedeelte van de preek.

De Bijbel laat in ieder geval één ding heel duidelijk zien over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Als Jezus Christus terugkomt, dan zal die tijd aanbreken. Eeuwig geluk en vrede. Wat zal dat heerlijk zijn en goed.

En het is dan belangrijk om goed te zien wat er zo prachtig aan is. Want de Heere zegt ons, wat het meest mooie is aan die eeuwige heerlijkheid. Namelijk dat we dan bij de Heere mogen zijn. De Heere Jezus Christus maakt de hemel tot hemel. Zijn aanwezigheid geeft eeuwig geluk.

Zoals Jezus Christus ook zei tegen die man naast Hem aan het kruis. Heden zult u met Míj in het paradijs zijn. Zo zegt Paulus het ook in 1 Thess. 4:17: zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.

De Bijbel noemt die eeuwige heerlijkheid een bruiloftsfeest. Dat we daar feest mogen vieren aan het avondmaal van de bruiloft van het Lam. Van het Lam, staat erbij. Om Hem draait het feest, de Heere Jezus Christus staat centraal.

En door Hem is alles goed. Door Hem zal er geen verdriet meer zijn. God zal de tranen van de ogen afwissen, Openb. 21:4. Niet alleen omdat we niet meer verdrietig zullen zijn. Maar vooral ook, omdat er geen oorzaak van verdriet meer zal zijn. Er is niets om verdrietig over te zijn. De Heere neemt alle moeiten en zorgen en beschadigingen en teleurstellingen van ons af. Onvoorstelbaar voor ons, hier op aarde. In alles wat je met je mee zeult, wat ieder in zijn of haar verleden of heden meemaakt. De Heere neemt het van u en jou af. Geen verdriet, geen tranen, enkel heerlijkheid. Wat prachtig, wat bijzonder!

En wat zult u daar dan doen, in die eeuwige heerlijkheid? Wat zal uw taak zijn? U mag daar, gemeente, als koningen regeren, Openb. 22:5. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde, dat is geen luilekkerland. Geen eeuwig nietsdoen. Nee, daar mag u de Heere dienen. Als koning regeren, dat is een verantwoordelijke taak. En wat dat concreet inhoudt, dat blijft lastig te zeggen. Maar we weten in ieder geval wel genoeg over wat komt. Genoeg in die zin, dat we vandaag ons leven zo kunnen inrichten, zoals de Heere dat wil.

Want dat is eigenlijk het meest belangrijk. De Heere laat steeds zien in de Bijbel dat zijn beloften over het eeuwige leven alles bepalend behoren te zijn voor ons leven hier en nu. Uw leven straks in heerlijkheid, voor wie gelooft, is bepalend voor het leven nu.

Is dat zo voor u en voor jou? Is het eeuwige leven van straks bepalend voor u en jou hier en nu? Op welke manier moet dat eeuwige leven mijn dag dan vullen? Nou, sommige mensen denken dat ze er op los kunnen leven, als je maar gelooft. Want alles wordt toch nieuw? En het maakt niet uit wat je hier en nu op aarde doet? Alles vergaat uiteindelijk toch en daarna maakt de Heere een nieuwe aarde?

Nou, zo eenvoudig ligt het gelukkig niet. Want denkt u bijvoorbeeld aan dat bekende hoofdstuk, 1 Kor. 15. Als Paulus dan uitgebreid spreekt over de hoop van het leven na dit leven. De opstanding uit de doden. Dan eindigt Paulus met die klemmende, betekenisvolle oproep: “Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere!”

Niet tevergeefs, omdat de Heere het ziet. En Hij het ook zal vergelden. De goede daden zal Hij reinigen en aannemen. Zo spreekt Paulus daar ook over in 1 Kor. 3, dat iemands werk door het vuur beproeft wordt. En als het stand kan houden door het vuur heen, dan zal hij loon ontvangen. En in Openb. 21:26 staat ook dat de heerlijkheid en de eer van de naties worden binnengebracht in het nieuwe Jeruzalem.

In al deze teksten kan je zien dat het van betekenis is wat u en jij hier doet op aarde. Dat je het goede doet, naar Gods wil en tot zijn eer. Want dat blijft bestaan bij God. Het goede zal niet en nooit vergaan.

Broeders en zusters, dat dat u hoop mag geven en goede moed. Om het vol te houden, ook als je er soms alleen voor staat. Dat je weet: ja, ik leef ergens voor. Ik leef voor God, voor mijn Heere Jezus Christus, door de kracht van de Heilige Geest. Dan is heel je doen en laten, al je moeite en inzet zo zinvol. Uw inspanning is niet tevergeefs.

Wat kan dat uitzien naar de komst van Christus soms weinig bij ons aanwezig zijn. Terwijl het zo rijk is, als Jezus Christus terugkomt. Want in de komst van Jezus Christus worden al Gods beloften vervuld. In de komst van Christus mag u Hem zien, in wie u gelooft.

Verwacht Hem daarom, broeders en zusters. Wees waakzaam en bidt. Waakzaam tegen de zonde. En biddend, om zijn hulp en kracht.

Omdat u van Christus bent. Dan weet u, dat u in uw leven bij Hem hoort. En in uw sterven bij Hem hoort. Ja, dan hoort u bij Jezus Christus nu en straks, ook over de grenzen van dood en graf.

En die vreugde, van het horen bij de Heere Jezus. Van het dienen van Jezus Christus. Die vreugde mag nu al in uw hart leven. En die vreugde zal straks volledig uitbreken in een eeuwige jubel en dank aan de Heere. Een vreugde, zoals niemand dat ooit heeft gezien of bedacht. Een vreugde, zoals God die geeft aan allen, die bij horen bij Jezus Christus. Amen.

Gepubliceerd inCatechismusPreek

Reacties zijn gesloten.