Ga naar de inhoud

Preek Zondag 21

De kerk leeft van het evangelie van genade
En daar moeten we steeds weer bij stilgezet worden. Want wat kunnen er veel teleurstellingen zijn, juist in de kerk! Een preek, om het juiste zicht te houden op de kerk van Jezus Christus.

Liturgie
Psalm 65:1,2
Psalm 68:13 (na wet)
Psalm 135:2,8,11 (na schriftlezing)
Psalm 23:1,3 (na preek)
Psalm 68:13 (na geloofsbelijdenis)
Gezang 19:1

Schriftlezing Ef. 4:1-16 en NGB art. 27
Tekst Zondag 21 HC

Preek Zondag 21 HC
Door ds. C. Koster

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus,

Als we over de kerk spreken vandaag de dag, dan kunnen twijfels zomaar de kop opsteken. Twijfels, omdat je je afvraagt wat onze kerk vandaag de dag nog voorstelt? Een klein kerkgenootschap te midden van de vele kerken en kerkverbanden in Nederland. En misschien bent u door de vele afkortingen van de kerkverbanden eigenlijk al een tijd geleden het spoor bijster geraakt.

Er kunnen twijfels ontstaan, doordat u teleurgesteld raakt in de gemeenschap der heiligen. Omdat u contacten en vriendschappen mist in de kerk. Of omdat u meeleven had verwacht in die moeilijke periode van ziekte, van rouw of van tegenslag en verdriet. Maar er niemand of maar enkele mensen binnen de kerk naar u omzagen. Ja, wat heb je aan zo’n gemeenteleven?

Of misschien heeft u wel twijfels vanwege zonden die een plek kunnen hebben in de kerk. Dingen die mis zijn gegaan in het verleden. En die nog steeds hun gevolgen hebben tot op de dag van vandaag.

Wat kan er dan zomaar twijfel leven in je hart. Moet ik hier wel blijven. Ja, we zijn misschien wel strak in de leer. Maar, wat doet dat er eigenlijk toe als je zelf in moeite en nood zit? Als je teleurgesteld bent?

Ook als jongeren kan je twijfelen over de kerk. Omdat je het allemaal ook niet zo goed weet van hoe en wat. En ja, je ouders zitten in de kerk, misschien heb je een paar vrienden in de kerk. Maar waarom ga ik eigenlijk naar de kerk.

Vandaag willen we aan de hand van Zondag 21 spreken over het geheim van de kerk. Het geheim dat hier mensen samenzijn, die elkaar niet opzoeken, maar die aan elkaar verbonden zijn, door Jezus Christus. Mensen die zeggen dat ze niet van zichzelf zijn, maar dat ze het eigendom van hun Verlosser.

De heilige, algemene, christelijke kerk leeft van het evangelie van genade

  1. De God van de kerk
  2. De leden van de kerk

Als je vandaag de dag zegt van welke kerk je lid bent, dan moet je vaak eerst uitleggen welke kerk dat precies is. Of waar je kerk voor staat. Er zijn zo verschrikkelijk veel kerken en stromingen. Dat je haast zou denken, wat stelt ons “kerkje” dan nog voor…

Toch moeten we ons niet vergissen gemeente. Als wij spreken over de kerk, dan spreken we over het werk van God. De kerk is van de Heere. Dat betekent het woord ‘kerk’ ook letterlijk, van de Heere. Het huis van de Heere.

Want wat maakt de kerk tot kerk? De kerk is kerk, omdat Jezus Christus haar vergadert. De Heere Jezus is het Hoofd van de kerk. Paulus laat dat ons zo mooi zien in Ef. 4. Allemaal verschillende mensen zijn allemaal verschillende leden. Zonder Jezus Christus zouden ze uit elkaar vallen en geen geheel vormen. Maar door Jezus Christus gebeurt er iets. Jezus Christus brengt ze bij een en voegt ze tot een eenheid. Dat zegt Paulus in vers 16: “Van Hem uit wordt het hele lichaam samengevoegd en bijeengehouden.”

Jezus Christus brengt mensen samen. Hij verlost ze door zijn kostbaar bloed. Hij roept mensen en brengt ze bij-een. Hij maakt ze tot één gemeente, het volk van God, de kerk. De kerk is geen mensenwerk, het is Gods werk. En als het over Gods werk gaat, dan moeten we goed op onze woorden letten. Dan moeten we goed op Gods Woord letten. Wat Hij ons daarover geopenbaard heeft. En dat is ook de enige en juiste weg om al onze twijfels en onzekerheden te boven te komen. Luisteren en geloven naar wat God ons openbaart. Dan hebben we houvast. Dat doet de kerk aan de hand van de Heidelbergse Catechismus. Want de HC laat duidelijk zien: als we spreken over de kerk, dan gaat het om het werk van God. Het gaat om het werk van de drie-enige God. Het artikel begint met God de Zoon. Het is Jezus Christus die zijn kerk vergadert. En Hij doet dat met zijn goddelijke kracht al vanaf het begin van de wereld. En dat werk zet Jezus Christus voort toen Hij op aarde kwam. Hij gaf onderwijs en leiding en vergaderde zich mensen om Hem heen. En na zijn hemelvaart gaat Hij onophoudelijk met zijn werk verder. Hij heeft alle macht in de hemel en op de aarde. En zo, als Koning van de wereld, vergadert, beschermt en onderhoudt Hij zijn kerk.

Jezus Christus vergadert zijn kerk uit hele menselijke geslacht zegt Heidelbergse Catechismus. Onze Heiland heeft het oog op de wereld. Daarom heet de kerk ook katholiek en algemeen. Omdat God over de hele wereld zijn volk vergadert, uit het hele menselijke geslacht, van het begin van de wereld tot aan het einde toe.

In de eenheid van het ware geloof. Dat volk wordt vergaderd door Jezus Christus. Jezus Christus beschermt en onderhoud hen. En Hij leidt hen hier op aarde, tot aan zijn wederkomst toe. Hij zorgt ervoor dat zijn kerk bewaart blijft. Hij brengt al de zijnen Thuis, in de eeuwige heerlijkheid. Dat kunnen we met grote zekerheid zeggen gemeente, omdat Gods werk zeker is. De HC zegt dat ook. Jezus Christus vergadert Zich een gemeente, die tot het eeuwige leven is uitverkoren.

God kiest mensen, ja zondaren, verdorven mensen, even slecht als alle anderen. Gód kiest en redt en schenkt vergeving en genade. Door Gods werk kan er een kerk zijn. Zonder Gods verkiezing was er geen kerk, was er geen volk van God. Maar door de verkiezing maakt God ruimte om zijn belofte te geven en te vervullen. Zodat Jezus Christus Zich een gemeente kan vergaderen.

En dat niet alleen, gemeente. Ook God de Heilige Geest is actief, als het gaat om de kerk. De Geest van God woont en werkt in de kerk. De kerk is de tempel van de Heilige Geest. De Heilige Geest woont in haar. Dat is een groot wonder. Een grote troost ook. Want de Heilige Geest is de Geest die Heere is en levend maakt.

Hij verandert mensen. Hij maakt hen nieuw. Zodat ze een gemeenschap vormen die samen achter Jezus Christus aangaat. Een volk, dat samen luistert naar Jezus Christus. En samen Gods geboden wil gehoorzamen.

Gemeente, het lid zijn van de kerk kan soms moeilijk zijn. Mensen kunnen elkaar verdriet doen. Verwijdering, moeite, verwijten, het kan allemaal zomaar groeien tussen mensen. Maar nogmaals, als we spreken over de kerk, dan weten we: het is Gods werk. Hij is bezig om zijn volk te vergaderen en toe te rusten. Hij voegt mensen samen en houdt hen bijeen. Dat geeft dat een enorme troost.

In mensenwerk hoeft u immers niet te geloven. Maar als de kerk werkelijk het werk van God is, dan ligt het anders. Dan mag u zeggen: ja, ik geloof in Jezus Christus, die zijn kerk beschermt, vergadert en onderhoudt. Hij is het Hoofd, wij zijn zijn leden.

En als we dat mogen geloven, gemeente. Dan geeft dat rust. Maar dan zet het ons ook aan het werk! Want de Heere vraagt van u van jou dat je je van harte en oprecht voegt bij de kerk van Jezus Christus. En dat ieder lid zich in liefde aan de waarheid houdt. En zo opgroeit naar Jezus Christus.

Dat zegt art. 29 van de NGB ook. De kerk richt zich naar het zuivere Woord van God, verwerpt alles wat daarmee in strijd is en erkent Jezus Christus als haar enige Hoofd.

Dat is de kern. Wérkelijk en steeds weer ons in liefde richten naar het zuivere Woord van God. Verwerpen wat daarmee in strijd is. En Jezus Christus erkennen als het enige Hoofd. Dan laten we metterdaad zien dat we geloven in het werk van de drie-enige God.

Leden van de kerk

Tegelijk betekent kerk-zijn niet alleen dat je je in liefde aan de waarheid houdt. Maar ook dat je je broeders en zusters vasthoudt. Omdat je aan elkaar gegeven bent. Omdat je één bent. Een gemeenschap der heiligen. Want dat zeggen we eigenlijk, als we spreken over de gemeenschap der heiligen. Dan zeg je: wij zijn één. Omdat wij allen afzonderlijk horen bij Jezus Christus, daarom horen wij ook bij elkaar.

Heel mooi mogen wij die eenheid zien als we denken aan de sacramenten van doop en avondmaal. In de kerk wordt er gedoopt. De kinderen van de gemeente weten wel wat het dopen met water afbeeldt. De afwassing van onze zonden door het bloed van Jezus Christus. Nu, wat maakt de kerk nu tot een eenheid? Waardoor zijn we verbonden aan elkaar als broeders en zusters. Dat komt, doordat we allen dat ene doopteken op ons voorhoofd dragen. Waardoor horen u en jij en ik bij elkaar? Dat komt door het bloed van Christus, die de vuilheid van onze zonden afwast. In de doop verbindt de Heere ons niet alleen aan Christus, maar ook aan elkaar. Wij zijn een gedoopte gemeente. Allen gewassen en gereinigd door het kostbare bloed van Jezus Christus.

Dan dat andere sacrament, het Avondmaal. Ook daarin komt het meest wezenlijke van de gemeenschap der heiligen tot uiting. Want met het Avondmaal belijden we Christus’ dood en opstanding, als betaling van onze zonden. Daar belijden we dat wij het lichaam en bloed van Jezus Christus nodig hebben. Ieder persoonlijk en allen samen. En aan het Avondmaal zien we daarom ook dat we samen één zijn. Zo zegt Paulus dat immers ook in 1 Kor. 10:17: “Omdat het brood één is, zijn wij, die velen zijn, één lichaam, want wij allen hebben deel aan het ene brood.” We zijn verbonden met Jezus Christus, bij Hem is het eeuwige leven. En door Jezus Christus zijn we ook verbonden aan elkaar. En zó zíjn we één. Broeders en zusters. Eén gemeente, het huisgezin van God.

En dan deel je niet alleen die blijde boodschap. We dan heb je ook boodschap aan elkaar. We heb je als gelovigen een taak tegenover je broeder en zuster. Dat zegt de HC: ieder is verplicht zijn gaven tot nut en heil van de andere leden gewillig en met vreugde te gebruiken. Ieder is verplicht zijn gaven te gebruiken. Als de kerk zó kerk is, als gemeenschap der heiligen, als huisgezin van God, wat is dat dan goed, en rijk en heilzaam. U mag zich inzetten tot nút en héil van de andere gemeenteleden.

In een wereld waarin mensen vereenzamen en de maatschappij verhard, is dat zo bijzonder als er mensen zijn die om elkaar geven. Mensen, die maar niet langs elkaar heen leven. Maar mensen die broeders en zusters van elkaar zijn. En zich zo ook als broeders en zusters gedragen. Eén gemeente van Jezus Christus. Gemeenschap der heiligen. Huisgezin van God.

En wat is het dan een troost, gemeente, om te weten dat je samen niet alleen belijdt dat je samen één bent. Maar dat je ook belijdt: wij geloven de vergeving van onze zonden. Want Jezus Christus vergadert geen zondeloze mensen om zich heen. Nee, Hij vergadert een gemeente van zondaren. Maar wel van zondaren, die hun toevlucht nemen tot het bloed van Jezus Christus. Zondaren, die hun heil verwachten van Jezus Christus. Die gewassen zijn door zijn bloed. Die geheiligd en verzegeld door de Heilige Geest.

Zondag 21 van de Catechismus neemt het 9e en het 10e artikel van de Apostolische geloofsbelijdenis samen. We geloven de heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen, de vergeving van de zonden. Dat is een bijzondere combinatie. Een heilige kerk, gemeenschap van de heiligen én vergeving van zonden. Een heilige kerk en vergeving van zonde. Horen die twee eigenlijk wel bij elkaar? Gaat dat samen: kerk en zonden?

Nu, het is juist zo’n wonder dat dit inderdaad samengaat. Want Jezus Christus vergadert geen zondeloze mensen om zich heen. Hij vergadert geen mensen die het zo goed doen. En die het verdienen om bij Hem te horen en lid te zijn van zijn kerk. Nee, Hij vergadert een gemeente van zondaren. Allemaal mannen en vrouwen die zeggen en weten: wij zijn het niet waard. En toch mogen zij erbij horen. Bij de gemeente van Jezus Christus. Waarom? Omdat zij zondaren zijn, die hun toevlucht nemen tot het bloed van Jezus Christus. Zondaren, die hun heil verwachten van Jezus Christus. Die gewassen zijn door zijn bloed. Die geheiligd en verzegeld door de Heilige Geest.

Kijk, en natuurlijk bent u dan ook geroepen om te strijden tegen de zonde. Zo zegt Heidelbergse Catechismus v/a 56 het ook: Ik moet mijn leven lang strijden tegen mijn zondige aard. Zonde mag niet bestaan. Niet in uw eigen leven, niet in de contacten in de kerk. Met zonde kan je geen vrede hebben. Dat betekent dus: strijden, strijden en nog eens strijden. De oude mens dóden. Niet halfslachtig, niet halfhartig, nee: doden.

Dat betekent ook heel concreet in de kerk, dat als daar verstoorde verhoudingen zijn tussen broeders en zusters. Dat het je dan ter harte gaat. Dat je daarvan verdriet hebt. En dat je, voor zover het in je vermogen ligt, alle bereidheid hebt om er samen uit te komen. Daarin is het gebed ook zo belangrijk. Bidden voor de ander en voor jezelf. “Vader, geef mij kracht om tegen de zonde te strijden.” En leer mij om vergevingsgezind te zijn, liefdevol, geduldig.

Maar dat strijden tegen de zonde, daarmee verdient u uw plek niet. Niet bij God, niet in de kerk. Want in de kerk leven we niet van de strijd tegen de zonde. Nee, in de kerk leven we van het offer van Jezus Christus. Leven we van genade. God rechtvaardigt de goddeloze. Hij spreekt zondaren vrij. Dat is de reden dat wij hier zitten. Dat we elkaar kennen als broeders en zusters in de Heere. Een gemeente van zondaren en toch van heiligen.

In die gemeente, broeders en zusters, dat weet u, kunnen ménsen soms tegenvallen. En kunnen dingen gebeuren, waarvan we eigenlijk moeten zeggen…  En als we eerlijk zijn, vallen we ook onszelf dan niet vaak tegen? Toch wordt u geroepen, toch is het de kerk van Jezus Christus waar u moet zijn. Hoe is dat vol te houden? Met anderen? Met onszelf? Dat kan maar op één manier, broeders en zusters. In alle twijfel, in alle tegenslag, in alle vragen en strijd is er maar één manier om de twijfel te boven te komen. Is er maar één manier om het vol te houden en trouw te blijven. Níét kijken naar de mensen. Niet kijken naar de kudde zelf. Maar zien op uw Heiland, Jezus Christus, de goede Herder.

Juist daarom roept Christus u. Zondag aan zondag, rondom het evangelie van genade. Zodat we leren ons niet blind te staren op mensen. Maar dat u ziet op uw Heiland, Jezus Christus. Hij is het hoofd van zijn kerk. Hij is het die het hele lichaam samenvoegt en bijeenhoudt. In Hem ligt al uw kracht en hoop. Amen.

Gepubliceerd inPreek

Reacties zijn gesloten.